Verdachte Ruinerwold werkt niet mee aan persoonlijkheidsonderzoek
Josef B., verdachte in de Ruinerwoldzaak, weigert mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC). Hij is daar enkele weken geleden geplaatst, op last van de rechtbank.
„Ik heb daar tot nu toe vier woorden gesproken: ja, nee, goedemorgen en goedemiddag. Die laatste was per ongeluk”, aldus B. „Het kan me eigenlijk niks schelen wat er uitkomt.”
Dat zei B. (59) donderdag tijdens een inleidende zitting van het proces bij de rechtbank in Assen, waarin hij met hoofdverdachte Gerrit Jan van D. terechtstaat. Het duo wordt onder meer verdacht van jarenlange vrijheidsberoving van zes van Van D.’s kinderen. Van D. (67) leefde met zijn kinderen afgezonderd van de buitenwereld, in een boerderij in de buurt van het Drentse dorp Ruinerwold.
De rechtbank bepaalde eerder dit jaar dat ook Van D. naar het PBC moest, maar dat gaat niet door. Het onderzoek naar zijn psyche zal vermoedelijk plaatsvinden in het penitentiair ziekenhuis waar hij verblijft. Van D. kreeg een paar jaar geleden een hersenbloeding, waardoor hij niet meer kan praten. Dit levert forse complicaties op in het strafrechtelijk onderzoek.
Vanwege zijn fysieke en mentale beperkingen is hij nog steeds niet verhoord door de politie. Het OM onderzoekt nog steeds hoe hij naar behoren ondervraagd kan worden. Van D. is tot dusver ook nog niet op een rechtszitting verschenen. Volgens zijn advocaat kan hij ook dat niet aan.
Van D. weigert medewerking aan een neurologisch en neuropsychologisch onderzoek en wil geen inzage verlenen in zijn medisch dossier. Volgens de advocaat heeft dat een religieuze reden.