Planbureau: te weinig aandacht voor groen in herstelplan kabinet
In de weg uit de coronacrisis moet het kabinet keuzes maken die niet alleen goed zijn voor de economie, maar ook bijdragen aan een beter milieu en een schonere lucht, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving. Het adviesbureau vindt dat het kabinet nog te weinig aandacht heeft voor een duurzame, groene weg uit de crisis.
„Op de korte termijn leidt de coronacrisis tot een verminderde druk op natuur en milieu, een schonere lucht en een stillere leefomgeving - maar dit effect is tijdelijk”, zegt PBL-baas Hans Mommaas. Als de politiek klimaat- en natuurdoelen uit het oog verliest „raakt Nederland nog verder achterop”, vreest hij.
Groene investeringen in duurzame projecten kunnen ook het economisch herstel helpen, merkt het bureau op in een advies aan het kabinet. Door het economisch en het duurzame herstel hand in hand te laten gaan, levert dat aan beide kanten meer op, stelt het planbureau. Het kabinet zou ook bedrijven moeten aanmoedigen en verleiden groene keuzes te maken. Nederland moet ervoor waken bij het herstel uit de crisis bijvoorbeeld niet afhankelijk te worden van vervuilende technieken, terwijl schone alternatieven eigenlijk de toekomst hebben.
Om meer geld te pompen in duurzame projecten en innovaties, zouden overheden moeten samenwerken met banken. „De financiële sector is een interessante samenwerkingspartner voor overheden” om dit gedaan te krijgen, tekent het planbureau op. Verder moeten groene producten en diensten voor zowel consumenten als bedrijven goedkoper worden dan de meer vervuilende opties. De markt regelt dit nog niet genoeg, zegt het PBL.
De schade die de productie van bepaalde goederen aanbrengt aan het milieu moet worden meeberekend in de prijs, want milieuschade kost ook de samenleving bakken met geld. Het kabinet kan consumenten en bedrijven de goede kant op duwen door „verboden vergunningen, maar ook door emissiehandel of groene belastingen”.
Het planbureau zegt dat het kabinet in het herstelbeleid oog moet houden voor „vier hardnekkige problemen met gevolgen voor de kwaliteit van de leefomgeving”, waaronder de uitstoot van broeikasgassen als CO2 (koolstofdioxide) en het verdwijnen van bepaalde dier- en plantensoorten door natuurvervuiling. In andere landen als Duitsland en Frankrijk gebeurt dat al, maar de groene rekenmeesters zien „dat de aandacht van beleidsmakers en politici in Nederland op dit moment nog vooral is gericht op crisisbeleid op de korte termijn en niet of nauwelijks op herstelbeleid op de middellange en langere termijn.”