KWF wil periodiek onderzoek naar dikkedarmkanker
KWF Kankerbestrijding wil dat mensen tussen de vijftig en de zeventig jaar zich elke twee jaar kunnen laten onderzoeken op dikkedarmkanker.
Als de ziekte in een vroeg stadium opgespoord wordt, zou dat kunnen leiden tot 15 tot 20 procent minder sterfte aan deze vorm van kanker.
Dat meldde KWF Kankerbestrijding dinsdag op basis van een rapport van een werkgroep van de organisatie. Die heeft de mogelijkheden en de knelpunten van bevolkingsonderzoek in kaart gebracht. Het rapport en een petitie zijn dinsdag aangeboden aan de Tweede Kamer.
Jaarlijks krijgen ongeveer 9000 mensen dikkedarmkanker. Per jaar overlijden 4400 mensen aan deze ziekte. Deze kanker staat daarmee op de tweede plaats wat sterfte aan kanker betreft.
Omdat invoering van het bevolkingsonderzoek waarschijnlijk nog jaren op zich laat wachten, pleit de Kankerbestrijding voor enkele regionale proefcentra. Het is de bedoeling dat het Universitair Medisch Centrum St. Radboud (UMC) in Nijmegen en het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam binnenkort beginnen, aldus een woordvoerster van het UMC. Later kan deze organisatie worden uitgebouwd naar een landelijk dekkend bevolkingsonderzoek. De screening moet plaatsvinden in aparte centra met eigen personeel en middelen, zodat het geen beslag legt op de reguliere gezondheidszorg.
Het KWF bepleit vooralsnog een screening waarbij de ontlasting wordt onderzocht. Hoewel deze test (FOBT) nogal wat tumoren en poliepen mist, kan de test toch al bijdragen aan de vermindering van sterfte. Andere onderzoeken, zoals onderzoek met een kijkslang in de darmen, is te belastend. Het KWF wijst erop dat nieuwe technieken in voorbereiding zijn.
De proefcentra gaan wel de haalbaarheid van een screening op basis van de zogeheten sigmoïdoscopie uittesten. Met deze techniek kan een specialist de laatste 60 centimeter van de endeldarm bekijken. Wie voor zo’n uitgebreider onderzoek in aanmerking komt, is nog niet vastgesteld. Als het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker niet wordt ingevoerd, zullen in 2015 naar schatting bijna 14.000 mensen deze ziekte hebben. Als de kanker in een vroeg stadium wordt ontdekt, is de overlevingskans groter. Na vijf jaar is dan 70 tot 90 procent nog in leven. Op dit moment wordt bij 40 procent van de patiënten de diagnose gesteld als de ziekte al in een verder gevorderd stadium is, met uitzaaiingen.