Coronacrisis geeft Merkel ineens weer beetje wind in de rug
Een succesvol leider moet aanvaarden dat iedereen druk is met zijn vertrek. Wanneer ga je en wie neemt het stuur over? Momenteel moet de Duitse bondskanselier Merkel dat ervaren.
Wirklich nicht, zei Angela Merkel onlangs op de vraag of ze voor de vijfde keer lijsttrekker voor de christendemocratische CDU zou willen zijn. Met dat ”wirklich nicht” is het vraagstuk echter niet weg uit de publiciteit. Totdat over anderhalf jaar de verkiezingen zijn, zal het vaak terugkeren.
Eigenlijk was Merkel al weg. Eind 2018 had ze haar vertrek georganiseerd. Merkel gaf het voorzitterschap van de partij over aan Annegret Kramp-Karrenbauer (doorgaans ”AKK” genoemd). Daarmee was Kramp kandidaat-opvolger.
De CDU moest echter anderhalf jaar lang toezien dat AKK er niet in slaagde gezag in de partij op te bouwen. In februari bood ze haar functie weer aan. Momenteel strijden drie mannen om het leiderschap. Pas in december wordt gekozen.
Toen Kramp haar vertrek aankondigde, zakte de CDU door alle diepterecords in de peilingen heen. Het echte verhaal hierbij is dat Merkel het binnenslands helemaal niet zo geweldig doet. Wereldwijd wordt ze geroemd als groot leider. Time Magazine bombardeerde haar in 2015 als Persoon van het Jaar.
Maar in Duitsland zelf verliest de CDU/CSU bij vrijwel alle verkiezingen. Het hoogtepunt lag bij de Bondsdagverkiezingen in 2013 met 41,5 procent. In 2017 zakte ze echter onder de 33 procent. In de deelstaatverkiezingen ging dat net zo. Dat Merkel nog steeds kanselier is, komt alleen omdat de sociaaldemocratische SPD het nóg slechter doet.
Dat Merkel haar opvolging probeerde te regelen, valt in haar te prijzen. Veel grote leiders voelen zich onmisbaar en denken dat niemand in hun schoenen kan staan. Merkel had dat zelf gezien bij haar voorganger Helmut Kohl. Het leek erop dat Merkel ook van dat kaliber was. Net als onder Kohl is nu de partij volkomen synoniem geworden aan Merkel. In 2017 besloot ze immers voor de vierde keer lijsttrekker te worden.
Een algemene regel voor een maximaal aantal ‘vliegjaren’ voor een leider is er niet. Maar de ervaring leert dat er na acht jaar te veel ‘dingetjes’ zijn en de glans eraf is. Veel politici die daarna nog een termijn willen, storten hun partij in een stembusverlies. Merkel nam in 2017 dus al een groot risico. En ze zou dat in 2021 opnieuw nemen als ze voor een vijfde termijn gaat.
Maar dat is allemaal buiten het virus gerekend. Want toen in maart het coronavirus oprukte, steeg direct het vertrouwen in Merkel en haar regering. Ineens was ze niet meer iemand van de voorbije generatie, maar een crisismanager met ervaring. In deze onzekere situatie is het geen tijd voor een nieuwkomer, overwogen de Duitsers.
Alle opiniepeilingen laten hetzelfde beeld zien: vanaf maart stijgt de CDU/CSU ineens van 25 naar 40 procent. Daarna volgen de Groenen op 20 procent en de SPD met 15.
Voor de CDU/CSU is het jammer dat de verkiezingen nog ruim een jaar op zich laten wachten. In die tijd moet de opvolger van Merkel worden gekozen en vertrouwen winnen in het land. Dat is natuurlijk veel te kort. Daarom zal Merkels opvolger het wellicht ook moeten hebben van de zwakte van de tegenkandidaten.