PBL: Ontwikkeling Natuurnetwerk gaat te langzaam
De ontwikkeling van het Natuurnetwerk, dat de ruggengraat moet vormen van de natuur in Nederland, ligt achter op schema. Provincies moeten daarom meer gaan doen om het netwerk in 2027 af te krijgen, zoals ze jaren geleden met het Rijk hebben afgesproken. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen University & Research (WUR) signaleren de achterstand in een onderzoeksrapport.
Het Natuurnetwerk houdt in dat natuurgebieden in het land beter met elkaar verbonden moeten worden. De beschermde natuur in Nederland is erg versnipperd en daardoor hebben planten- en diersoorten minder kansen. Om de natuur vooruit te helpen, sloten de provincies en de Rijksoverheid in 2013 een Natuurpact. Daarin spraken ze af dat tussen de 600.000 en 700.000 hectare natuur aan elkaar moet worden geknoopt.
Om de doelen te halen, is onder meer medewerking nodig van boeren. Provincies moeten hen bereid vinden om mee te werken aan een combinatie van landbouw en natuur op hun land. Dat willen ze niet altijd, omdat het ze geld kost. Het PBL raadt provincies aan de boeren vaker een „volledige schadeloosstelling” aan te bieden. Als laatste redmiddel kan de provincie een agrariër onteigenen.
In het algemeen stelt het PBL dat het „effectief en efficiënt” is om natuurherstel te combineren met beleid op het gebied van klimaat, stikstof en landbouw. Ook de overgang naar een duurzamer energievoorziening past volgens het adviesorgaan van het kabinet goed in de natuurplannen. „Het Rijk en de provincies kunnen grenzend aan het Natuurnetwerk een overgangszone creëren, waarin ze natuurmaatregelen kunnen combineren met maatregelen zoals de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw, klimaatbossen en zonneweides.”
Voor „duurzaam natuurherstel” is het volgens het planbureau noodzakelijk dat de natuur fors minder neerslag van stikstofverbindingen te verduren krijgt. Als het lukt om het Natuurnetwerk in 2027 af te ronden, zoals de bedoeling is, kan de overheid niet achterover leunen. Het PBL schat in dat dan nog steeds „een forse opgave resteert” om aan Europese natuurrichtlijnen te voldoen. Het Natuurnetwerk kan daar maximaal 65 procent aan bijdragen, aldus de groene rekenmeesters.