Gezonde voeding nog in de kinderschoenen
Het was de belofte van de jaren ’90: voedingsmiddelen met een gezondheidsclaim. Sinds die tijd is er echter slechts een handvol bedrijven mee aan de slag gegaan. Dat leverde producten op als Becel Pro.active, Becol, Vifit en Yakult. Consumenten zien het langzamerhand wel steeds meer zitten met deze artikelen.
De meeste van deze artikelen staan in het zuivelschap van de supermarkt. Dat de populariteit toeneemt blijkt uit omzetcijfers van onderzoeksbureau IRI Nederland. De afgelopen 52 weken verkochten supermarken voor 47 miljoen euro aan deze producten. Ten opzichte van het jaar ervoor (39 miljoen) is dat een stijging van 21 procent. Het jaar daarvoor gingen er voor 33 miljoen euro aan deze producten over de toonbank. Volgens het bureau GfK heeft de helft van alle huishouders wel eens zuivel met toevoegingen geprobeerd.
Het grote probleem bij de ontwikkeling van producten met bijzondere eigenschappen is het onderzoek. Het is heel moeilijk om aan te tonen dat een bepaalde stof een gunstig effect op de gezondheid heeft. „Je mag niet zomaar beweren dat een stof goed voor je is”, zei prof. dr. ir. G. Schaafsma van TNO Voeding. „Om dat aan te tonen is langdurig en dus duur onderzoek nodig. Bovendien moeten de kosten wel weer terug worden verdiend.”
Dat is niet het enige probleem. De regels maken het niet makkelijk voor de marketing. „Bij producten waarvan de claims niet goed aangetoond kunnen worden, mogen fabrikanten dat ook niet zo benoemen.” Er is echter hoop, denkt Schaafsma. „Er komt nieuwe wetgeving aan. Dan wordt een product op zijn dossier beoordeeld. Die wet moet er over één of twee jaar wel zijn.”
Europa is met het denken over voeding geen voorloper. „Het is maar waar je voor kiest”, zei Schaafsma. „In Japan (en andere delen van Azië) zijn er juist heel veel van deze functionele voedingsmiddelen op de markt. Consumenten kopen ze grif.”
Buiten de gezonde producten is er ook nog een grote groep artikelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd,. Dat geldt onder meer voor frisdrank en zuivel. Fabrikanten hiervan mogen niet adverteren met de claim gezond, dus geven ze een belofte zoals: één glas is voldoende voor de helft van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid.
Voor consumenten maakt dat het allemaal moeilijk. Ze kunnen zich afvragen wat wel of niet goed voor hen is. Bovendien laten ze zich niet alles zomaar verkopen. Volgens foodconsultant Anneke Ammerlaan van Taste and Trends is er een grens aan de acceptatie van consumenten. „Vitamine C hoort bij fruit. Dus als je vitamine C gaat toevoegen aan melk is er geen mens die dat wil. Dat past niet. In melk hoort calcium. En dat doen de fabrikanten er dan ook in. Dit geldt ook voor andere productgroepen.”
Fabrikanten van gezonde producten, zoals Danone en Unilever, spelen in op de gevoelens van consumenten. „Het past in de trend naar gezondere voedingsmiddelen die al jaren gaande is”, legt Ammerlaan uit.
Consumenten staren zich daar evenwel niet blind op „Ik voorzie de komende jaren echter dat consumenten vaker kiezen voor verse artikelen die zo min mogelijk bewerkingen hebben ondergaan”, zegt ze. „Dit zie ik nu al terug in de toprestaurants, en dat sijpelt langzaam verder door. Artikelen zo min mogelijk bewerken wordt de nieuwe eettrend.”
Er zijn meer ontwikkelingen in voeding gaande. Zo veranderen de eetgewoonten in hoog tempo. De tijd die consumenten besteden aan het bereiden van hun avondeten is in enkele decennia gehalveerd. Ook slaan Nederlanders het ontbijt steeds vaker over. „Fabrikanten speelden daar in de jaren ’90 goed op in”, aldus Schaafsma. „Dat begon met artikelen zoals Wake Up, met granen. Later kwamen er nog vele varianten bij. Met de maaltijdvervangers (het begin van de gezonde voeding) bieden fabrikanten een goed alternatief.”
Hij denkt dat consumenten de gezonde voeding de komende jaren vaker kopen. „Levensmiddelenfabrikanten zoeken naar nieuwe producten waar ze geld mee kunnen verdienen. We kennen hier een hoge welvaartsstandaard en de mensen worden steeds ouder. Vooral ouderen -die doorgaans best veel te besteden hebben- hebben aandacht voor gezondheid. Ze willen zo lang mogelijk fit blijven.”
Niet iedereen is volgens de voedingsmiddelenexpert doordrongen van het belang van gezonde leefgewoonten. „Er zou een campagne moeten volgen om consumenten te wijzen op een gezonde levenswijze. Het is toch belachelijk dat voeding zo weinig aandacht krijgt op scholen. Vroeger kregen leerlingen op de huishoudschool nog les in koken. Nu gebeurt er helemaal niets meer.”
Volgens een onderzoek van de RIVM gaan consumenten er de komende jaren in lichaamsgewicht op vooruit. „Dat wil niet zeggen dat ze alleen slechter eten”, meent Ammerlaan. „Ze bewegen ook minder. Er bestaat veel zorg over overgewicht. Zolang consumenten dat niet hebben aangepakt, denk ik dat er nog wel speelruimte is voor fabrikanten.”