Het Rijk moet zelf investeren in grond voor de woningbouw en miljarden vrijmaken voor de sector. Daarnaast moet een garantiefonds gedurende de coronacrisis onverkochte nieuwbouwhuizen opkopen om de bouw op peil te houden. Het zijn enkele punten waar een groot verbond van brancheorganisaties in de bouwsector en woningmarkt voor pleit bij het kabinet.

Bij de woningbouwalliantie zijn onder andere makelaarsvereniging NVM, Bouwend Nederland, gemeenten en de vereniging van woningcorporaties Aedes aangesloten. Ze wijzen erop dat Nederland nog altijd een woningtekort van 300.000 huizen heeft, maar dat het aantal opdrachten op de plank lang niet genoeg is om die achterstand in te lopen. Tot 2030 zouden er jaarlijks 90.000 woningen bij moeten komen, veel meer dan de 71.000 nieuwbouwwoningen die vorig jaar werden opgeleverd.

Tegen die achtergrond voltrekt zich nu de coronacrisis. Nederland staat sterke economische krimp te wachten, waarbij veel mensen hun werk verliezen en inkomens onder druk staan. Hoewel de woningverkoop nu nog niet te lijden heeft onder de crisis, is dit wel een reëel scenario. Met de vorige crisis nog vers in het geheugen vrezen bouwbedrijven een grote uitstroom van ervaren personeel als er geen steun komt, waardoor het woningtekort zal voortduren.

Het verbond wil daarom hard door blijven bouwen. Waar gemeenten en private partijen door de crisis niet voldoende armslag hebben om te investeren in de aankoop en ontwikkeling van grond, zou het Rijk dat moeten doen. Die investeringen zouden binnen maximaal 15 jaar zijn terugverdiend door grondopbrengsten. Ook moet Den Haag helpen als de verlening van bouwvergunningen spaak loopt.