„Zending en diaconaat niet geheel scheiden”
De kerk moet de begrippen diaconaat en zending niet volledig scheiden. Dat was vrijdag de teneur van de bespreking van het rapport ”Diaconaat spreekt niet vanzelf” op de tweede synode van de Protestantse Kerk in Nederland, die gehouden werd in Lunteren.
De discussie spitste zich in de ochtendvergadering even toe op de vraag in hoeverre schotten tussen diaconaat en de taak van de verkondiging van het Evangelie mogen worden weggehaald. „Een diaken kan een heel eind lopen in het lenigen van de nood, maar de taak van de verkondiging van het Evangelie mag uiteindelijk nooit blijven liggen”, zo zei het synodelid ds. P. L. de Jong, predikant in Rotterdam-Delfshaven, vrijdag. „Je moet ontschotten, maar ook onderscheiden. Evangelieverkondiging mag nooit helemaal wegvallen. Dat is namelijk nu net wat ons onderscheidt van talrijke andere organisaties die heel veel goed werk doen op het gebied van de diaconale hulpverlening.”
Volgens de nota over het diaconale beleid van de Protestantse Kerk in Nederland moet de kerk niet alleen hulp geven aan slachtoffers van armoede, onrecht en geweld, maar ook bijdragen aan een rechtvaardige ordening van de samenleving. „Te idealistisch”, oordeelde voorzitter ds. M. van der Giessen van de synodecommissie die zich tevoren over het rapport had gebogen. „Alsof de wereld door ons verbeterd zou kunnen worden. Past ons niet een bescheidener toon?”
Ook ouderling P. Meinders uit Schoonhoven vond dat de kerk een „toontje lager” moet zingen, door zich niet méér ten doel te stellen dan vermindering van armoede, onrecht en geweld. „Het diaconale werk van de gemeente is ooit begonnen om de nood te lenigen”, zei ouderling J. ten Hove uit Wezep. „Het is niet in de eerste plaats een taak van de kerken om de wereldstructuren te veranderen. Leg niet alle problemen van de hele wereld op het bordje van de christelijke gemeente”, aldus Ten Hove. „We moeten keuzes maken, we kunnen niet alles.”
De kerk moet in het diaconaat in ieder geval samenwerking zoeken met organisaties die aan dezelfde doelen werken, zei diaken E. de Vries uit Amsterdam. „We kunnen niet het oliemannetje van de samenleving zijn. Zonder samenwerking met anderen kunnen we niets bewerkstelligen als het erom gaat de schepping beter te maken.”
Ouderling J. Kapteyn uit Leiderdorp maakte zich zorgen over de teneur van de discussie. „Als we alleen maar hulp bieden en de maatschappelijke structuren laten zoals ze zijn, zijn we niet goed bezig.” Ook ds. G. Boer, hoofd van de afdeling buitenland van de kerkelijke hulporganisatie Kerkinactie, vond dat het werken aan verandering van structuren die onrecht en armoede instandhouden, „onlosmakelijk” verbonden is aan kerkelijke hulpverlening.
De synode besprak vrijdag ook het rapport ”Beleidsruimte”. In deze nota wordt de synodeleden inzicht gegeven in de financiële middelen van de Protestantse Kerk. Volgens W. A. van Santen, directeur van de dienstenorganisatie in de PKN, is het verwijt dat de kerk, door de teruglopende inkomsten, geen geld heeft voor nieuw beleid, onterecht. Uit berekeningen blijkt namelijk dat de PKN alleen al voor missionaire doelen jaarlijks 4 miljoen euro kan gebruiken voor nieuwe bestedingen.