„Op de fiets zie je meer dan in de auto”
„Als een Amerikaan kan fietsen, kan een Nederlander het beter”, dacht Hanneke Brouwer. Vier jaar geleden was zij op vakantie in Philadelphia, waar ze bij de politie voor het eerst kennismaakte met het fenomeen mountainbikesurveillant.
Brouwer, destijds plaatsvervangend districtschef Hollands-Midden, introduceerde het fenomeen in Nederland. Inmiddels zijn er achttien politiekorpsen met bikers. Surveillanten van verscheidene korpsen kwamen vrijdag in Rijswijk voor het eerst bij elkaar om ervaringen uit te wisselen.
„In mei 2000 werd het eerste mountainbiketeam opgeleid bij regio Hollands-Midden”, vertelt Brouwer. „Binnen een jaar vond een enorme uitbreiding plaats en inmiddels zijn er achttien korpsen met bikers. Dat aantal breidt zich nog uit.”
Tommy Hamelink, een van de organisatoren van de studiedag, is zelf mountainbikesurveillant bij de regio Haaglanden. „Via een website die ik zelf opgezet heb, merkte ik dat er landelijk veel vragen waren over bijvoorbeeld trainingen, kleding en fietsen voor mountainbikesurveillanten. Mensen hadden behoefte aan netwerken, vandaar dat we deze dag georganiseerd hebben.”
Hamelink is nu drie jaar aan het mountainbiken bij de politie. „Er zijn geen harde cijfers, maar ik merk wel dat we veel meer aanhoudingen verrichten. Mensen vragen wel eens aan me waarom ik mountainbikesurveillant ben. Nou, ik wil boeven vangen! Op de fiets hoor en zie je veel meer dan in de auto. De mountainbikers worden ook ingezet om parkeerproblemen en overlast van zwervers aan te pakken, of om zoekacties te verrichten.”
Om ervaringen uit te wisselen tussen de surveillanten, zijn er zes workshops. Daar wordt uitleg gegeven over bijvoorbeeld onderhoud van de fietsen en het voorkomen van blessures.
Charles Brussee en Turhan Toksal, die samen mensen opleiden tot mountainbikesurveillant, leren de aanwezigen hoe je met zijn tweeën een verdachte aanhoudt. Eén agent fietst de verdachte voorbij en maakt een ”powerslide”, waarbij hij zijn fiets op de grond gooit en zich snel omdraait, zodat hij oog in oog komt te staan met de verdachte. De ander parkeert zijn fiets aan de achterkant tussen de benen van de verdachte en pakt hem bij keel en arm. De verdachte kan zo geen kant meer op.
Er bestaat nog geen verplichte training voor bikers, maar dat is wel belangrijk volgens Brussee. „Sommige korpsen zeggen tegen hun mensen: „Ga de straat maar op en zie maar waar je uitkomt, die training komt later.” Dat is levensgevaarlijk. Ik hoorde over een collega die een verdachte achterna ging over een trap. Als je dan valt, kun je makkelijk je nek breken.”