EU vraagt meer schepen en vliegtuigen voor Libië-missie
De EU-missie om het VN-wapenembargo tegen Libië te handhaven heeft meer middelen nodig. Operatie Irini heeft in de Middellandse Zee nu twee schepen en drie vliegtuigen tot haar beschikking. EU-buitenlandchef Josep Borrell heeft er dinsdag tijdens een video-overleg met de EU-defensieministers op aangedrongen meer bij te dragen om de missie te versterken.
De operatie levert volgens hem wel resultaat op. Sinds april zijn volgens Borrell meer dan honderd schepen opgespoord in verband met het wapenembargo en 29 die het olie-embargo tegen Libië mogelijk wilden schenden.
Irini, de opvolger van Operatie Sophia, gaat ook door met het opbouwen en trainen van de Libische kustwacht en marine. Een andere opdracht is het verstoren van netwerken die mensen smokkelen en verhandelen.
Op de operatie is kritiek, omdat het op zee eigenlijk alleen wapenleveranties van Turkije aan de door de VN erkende regering van premier Fayez al-Sarraj kan proberen tegen te houden. Militaire transporten over land en via de lucht voor de troepen van diens tegenstander, de zelfverklaarde maarschalk Khalifa Haftar, vallen buiten het bereik van de Europese schepen en vliegtuigen. Haftar wordt onder meer gesteund door de Verenigde Arabische Emiraten.