Kerk Iran mogelijk weer ondergronds
De vervolging van christenen in Iran neemt behoorlijk toe. Iraanse christenen beschouwen de arrestatie van tachtig voorgangers, vorige week, als de grootste crisis sinds de moorden op drie Iraanse voorgangers tien jaar geleden. „Christenen zijn bang dat de kerk weer ondergronds moet”, zegt Stefan de Groot, medewerker Midden-Oosten bij Open Doors en veelvuldig in Iran.
Op 9 september pakte de politie tijdens een conferentie van de Assemblies of God (pinksterkerken) minstens tachtig voorgangers op. Zij werden alle geblinddoekt afgevoerd en op een geheime locatie ondervraagd. De politie had veel informatie over ieder persoonlijk en elke leider kreeg ook heel specifieke vragen over zijn activiteiten. Tegen de avond waren de meeste arrestanten weer vrij, maar negen van hen hebben drie dagen vastgezeten. De 47-jarige Hamid Pourmand is op dit moment nog steeds niet vrijgelaten.
Volgens Stefan de Groot duidt een en ander op toenemende repressie van de kerk. „De parlementsverkiezingen in februari van dit jaar zijn volledig gemanipuleerd door de conservatieve islamitische geestelijke leiders en de klok wordt steeds verder teruggedraaid naar een streng islamitische republiek. Een symptoom daarvan zijn de hernieuwde kledingvoorschriften. Je ziet dat de haarlokken steeds meer onder de hoofdsluiers moeten verdwijnen”, aldus De Groot. Het feit dat de tachtig kerkleiders gearresteerd zijn en de politie opvallend veel details wist van iedere voorganger, wijst op lekken. „Het is al jaren bekend dat de politie infiltreert in de kerken, maar nu bleek dit overduidelijk.”
De bevolking van Iran (70 miljoen inwoners) bestaat voor 98 procent uit moslims. Toch zijn er nog enkele kerken overgebleven na 25 jaar islamitische revolutie, zoals de Assyrische Kerk van het Oosten, de Armeens-Orthodoxe Kerk en enkele kleinere protestantse en charismatische geloofsgemeenschappen.
De Groot ziet momenteel drie belangrijke stromingen in de samenleving. „Er is een groep die teruggaat naar de oude religie van het zoroastrisme. Een andere groep ziet elke religie alleen maar als ellende en geeft zich puur over aan het materialisme. De derde groep is het christendom, dat de laatste jaren sterk is gegroeid. De meeste Iraniërs, van wie de meesten jonger zijn dan 40 jaar, zijn slechts in naam moslim en zwaar teleurgesteld in het regime. Ze zien dat het islamitisch fundamentalisme niet werkt. Het aantal moslims dat de laatste jaren tot geloof gekomen is, is enorm gestegen en dat maakt de overheid van de islamitische republiek nerveus en onzeker. Het aantal christenen wordt nu geschat op meer dan 250.000.”
De groei wordt vooral veroorzaakt door het toenemend aantal bekeerlingen uit de islam. „Dat geeft spanningen binnen de christelijke kerken die vanouds bestaan uit Assyrische en Armeense christenen, die als etnische minderheden jarenlang door de Iraanse overheid werden getolereerd. Deze kerken zijn volgens de overheid alleen toegankelijk voor gelovigen met die afkomst. De politie vraagt de laatste tijd steeds vaker kerkgangers naar hun identiteitskaart wanneer zij diensten bezoeken. Als je moslims in kerken wilt toestaan, heb je dus een groot probleem. Was vroeger het aantal moslimbekeerlingen één op de honderd, nu is dat één op de tien. Dus het valt direct op wanneer bekeerde moslims zich aansluiten bij de gemeente. Maar de overheid is juist zo gefrustreerd omdat zij op christenen jaagt die niet in de bestaande kerken zitten.”
De bestaande Armeense en Assyrische etnische kerken hebben officieel de vrijheid om hun diensten te beleggen, kinderen te onderwijzen en zelfs legaal Bijbels in hun taal te verspreiden. Zolang zij zich maar niet actief wervend opstellen op het gebied van evangelisatie en Bijbels in het Farsi. „Wie christen wordt, krijgt onherroepelijk te maken met repressie”, zegt De Groot. „De druk vanuit de familie is in Iran veel minder groot dan in landen als Egypte en Marokko, waar bekeerde moslims direct uit de familie gestoten worden. Maar de druk vanuit de overheid is daarentegen enorm. Bekeerde moslims worden uit hun functies gezet en van de universiteiten geweerd. Het fundamentalisme is nauwelijks bij de bevolking zélf aanwezig, het komt enkel voor bij de machthebbers, die steeds radicaler worden.”
Bekeerde moslims hebben vanwege hun islamitische achtergrond een heel andere denkwijze dan christenen die uit de etnische Armeense of Assyrische traditionele kerken komen. „Dat geeft regelmatig spanningen. Veel bekeerde moslims komen in het geheim bijeen in eigen huisgemeenten. Het zijn die groepen die het snelst groeien. Maar omdat zij helemaal losstaan van bestaande geloofsgemeenschappen, is het gevaar van opkomende ketterijen groot. Wij hopen dat de regering inziet dat zij de hervormingen niet meer kan tegenhouden. Bijna 70 procent van de bevolking is geboren na de revolutie van 1979 en wil vrijheid. Iran is het eerste land ter wereld dat een volgens de islamitische wetten geregeerde republiek werd. Daarom is de overheid er nu zo bezorgd over dat daar nu zo veel moslims tot het christendom overgaan.”