’Ministerie gebruikt ondeugdelijke bloedtest’
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat moet een medische test die wordt gebruikt om bij mensen alcoholmisbruik aan te tonen, herzien. Het gaat om een bloedmonster bij mensen van wie wordt onderzocht of hun rijbewijs ongeldig moet worden verklaard. Ten onrechte, meent een aantal deskundigen.
G. Meerkerk, onderzoeker bij het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving (IVO) in Rotterdam, en de advocaten L. Kabel en W. Zwiers betogen in het Nederlands Juristenblad dat het laboratoriumonderzoek van het bloed niet voldoet. Als het bloed een bepaalde waarde CDT (carbohydraat–deficiënt transferrine) vertoont, gaan de onderzoeker en de bestuursrechter er nu van uit dat dat op overmatig alcoholgebruik duidt.
De deskundigen schrijven dat ze hierin te ver gaan. De afwijking in het bloed kan ook andere oorzaken hebben, zoals een bepaalde leveraandoening, of ze kan genetisch bepaald zijn. De hoge CDT–waarde kan daarom alleen duiden op „slechts een vermoeden van alcoholmisbruik en kan niet als enig argument worden gebruikt om te concluderen dat er sprake is van alcoholmisbruik".
Psychiaters die het ministerie van Verkeer en Waterstaat inschakelt om de rijgeschiktheid van iemand te onderzoeken, maken gebruik van de medische test. Naast het laboratoriumonderzoek volgt ook een psychiatrisch en lichamelijk onderzoek. De bevindingen van de psychiater gaan naar het ministerie en op basis daarvan wordt bepaald of van die persoon het rijbewijs ongeldig moet worden verklaard. Dat geldt voor een periode van minimaal een jaar.
De Raad van State heeft echter bepaald dat een psychiater ook alleen op basis van het CDT–onderzoek kan aangeven of er sprake is van alcoholmisbruik. Als de betrokkene meent dat de te hoge waarde een andere oorzaak heeft dan alcoholmisbruik, moet hij dat zelf aantonen.
Ook dit standpunt moet worden herzien, schrijven de deskundigen. Met alleen het gebruik van een bloedmonster is sprake van „tuchtrechtelijk laakbaar handelen". Meerkerk, Kabel en Zwiers menen dat het ministerie de test moet herzien. Bovendien zou iemand bij wie een te hoge CDT–waarde wordt geconstateerd, recht moeten krijgen op een tweede test.