„Luther zei tegen zijn studenten dat predikant drie boeken nodig heeft”
Ds. G. Clements volgt per september ds. P. Mulder op als rector van de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam. Enkele vragen aan de nieuwe rector.
Wat houdt het werk van de rector in? Is dat coördineren en leidinggeven, en hoe geestelijk is dat?
„Een rector ziet toe op de algemene inrichting van de school, het lesprogramma en het welbevinden van de student. In veel gevallen is hij het eerste aanspreekpunt tussen school en curatorium. Deze taken hebben een geestelijke kant omdat het dienstbaar is aan het toekomstig profetisch ambt. In de dagen van Elisa was er een profetenschool. Die school moest worden verbouwd, maar de bijl vloog van de steel. Toen beseften de profetenzonen dat ook in tijdelijke zaken de school geheel afhankelijk was van de zegen des Heeren.”
Welke consequenties heeft uw benoeming voor het werk als gemeentepredikant in Gouda?
„De gevolgen waren groot toen enkele jaren geleden het vaste docentschap twee dagen per week van mij opeiste. Dat viel niet te combineren met het volledige pastoraat in Gouda. Gelukkig heeft onze gemeente een ouderling als pastoraal medewerker aangesteld. Met zijn hulp en de inzet van de kerkenraad ben ik goed in staat om het werk op school uit te oefenen.”
Ds. M. Golverdingen heeft er wel voor gepleit om de Theologische School om te vormen tot een universiteit. Hoe ziet u dat?
„Dat is een mooi ideaal en in lijn met de vaderen. Toch willen wij de school toegankelijk houden voor studenten uit alle geledingen. Wij leiden niet op tot wetenschappers, maar tot het ambt van predikant en proberen daartoe op goed niveau de nodige kennis en vaardigheden bij te brengen. Zo wordt veel aandacht geschonken aan de kennis van de Bijbelse talen.”
Welke speerpunten voor het theologisch onderwijs ziet u in deze tijd voor u?
„Luther zei tegen zijn studenten dat elke predikant drie boeken nodig heeft. Het boek van God, het boek van de tijd en het boek van het hart. Dat zijn drie belangrijke speerpunten van ons theologisch onderwijs. Het boek van God, de Bijbel, krijgt in de verdeling van de lesuren verreweg de meeste aandacht. Het boek van de tijd komt onder meer bij het vak apologetiek ter sprake. De preek mag immers niet tijdloos worden. Het boek van het hart wordt besproken bij de behandeling van de orde des heils. Voetius maakte de behandeling van de „zielsvraagstukken” –casus conscientiae– tot een speerpunt van zijn onderwijs. Hij zag het grote belang ervan voor prediking en pastoraat.”
Welke theologisch fronten ziet u in deze tijd?
„Een belangrijk front zou ik willen noemen de „marcionisering” van het huidige theologische denken. Marcion, overleden in het jaar 160, had grote moeite met het Oude Testament en met nieuwtestamentische teksten waarin God Zich als vreeswekkend openbaart. Hij hield een Bijbel over waarin God vooral liefdevol is. Dit is een misleidende weergave van de Bijbelse Godsopenbaring. Diep door Luthers theologie loopt het besef van de zondaar tegenover de heilige en rechtvaardige God. Vandaag weet men daar niet goed raad mee. „God is toch liefde en accepteert ons zoals we zijn”, zo denken velen. Belangrijke Bijbelse noties als berouw en vergeving, en de vreze des Heeren, raken steeds meer op de achtergrond. Een belangrijk punt van aandacht.”
Eerdere rectoren
Tot in de jaren negentig was er aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten geen sprake van een rectoraat. Ds. L. Rijksen en ds. K. de Gier gaven in hun tijd wel leiding aan de predikantenopleiding, maar waren geen rector. In 1995 werd ds. A. Moerkerken benoemd tot eerste rector.
Ds. L. Rijksen 1953-1969
Ds. K. de Gier 1969-1995
Ds. A. Moerkerken 1995-2017
Ds. P. Mulder 2017-2020
Ds. G. Clements 2020-