Economie

Getuigenverhoren brengen nog geen duidelijkheid in VPV-zaak

Drie dagen vol getuigenverhoren hebben nog weinig duidelijkheid gebracht in de voorkenniszaak rond Veer Palthe Vouˆte (VPV). De rechtszaak draait om de vraag of voormalige toplieden van de vermogensbeheerder over voorkennis beschikten toen zij in 1999 via een omweg belegden in aandelen Koninklijke Olie en Unilever.

ANP
24 September 2004 10:33Gewijzigd op 14 November 2020 01:40

„Ik heb op de beurs gehandeld in alle openheid en te goeder trouw”, zei voormalig VPV-directeur J. V. donderdag voor de rechtbank in Amsterdam. Volgens hem waren beurstoezichthouder AFM en het ministerie van Financiën op de hoogte van de handel in de desbetreffende houdstermaatschappijen, die plotseling flinke pieken lieten zien. „Zonder onderzoek namen zij aan dat VPV de veroorzaker was van de grote omzetten op de beurs, hetgeen niet het geval was”, zei V.

VPV werkte eind 1999 aan een bod op vier houdstermaatschappijen, die uitsluitend bestonden uit aandelenpakketten van Koninklijke Olie en Unilever. Terwijl de vermogensbeheerder met Financiën onderhandelde over de fiscale afwikkeling van de overnames, handelde VPV gewoon door in de fondsen.

Het gaat om handel in de houdstermaatschappijen Dordtsche Petroleum, Moeara Enim, Maxwell Petroleum en Calvé Delft. VPV was in de tweede helft van 1999 druk met de operatie om deze fondsen van de beurs te halen en zo een groot bedrag op te strijken.

De aandelen van de houdstermaatschappijen noteerden lager dan de aandelen van Koninklijke Olie en Unilever. Dat had te maken met een verborgen belastingheffing op de houdstermaatschappijen. Door de fondsen helemaal in te lijven, kon de koper aansturen op een voordelige overeenkomst met de fiscus.

De rechtszaak tegen VPV moet uitwijzen op welk moment er sprake is van koersgevoelige informatie. De verdachten handelden tijdens de overnamebesprekingen gewoon door, omdat er volgens hen geen zicht was op een regeling met de fiscus. Accountant R. Renes was betrokken bij de onderhandelingen met Financiën. Hij zei voor de rechtbank juist dat hij al snel rekende op een akkoord. Volgens officier van justitie J. Tonino sloegen de verdachten dan ook aan het inkopen omdat ze wisten dat een akkoord nabij was.

Een overeenkomst met Financiën betekende zeer koersgevoelige informatie. Zodra duidelijk zou worden dat de houdstermaatschappijen konden worden opgeheven, zou de koers van de fondsen omhoogschieten en gelijk komen te liggen aan de waarde van de aandelen Koninklijke Olie en Unilever.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer