Staphorst, hét wulpenbolwerk van West-Europa
In 1982 ontdekte Gerrit Gerritsen hét wulpenbolwerk van West-Europa, in Staphorst. Maar liefst 440 broedpaar van de grootste steltloper turfde hij. Bijna veertig jaar later zijn het er een stuk minder. Gelukkig krijgen ze hulp.
In de jaren zeventig broedde de wulp op veel meer plaatsen in Nederland, zoals in heidegebieden en in de Hollandse duinen. Daar is hij nu helemaal verdwenen. Dat komt door de komst van de vos en doordat het er drukker werd met mensen. Daar houdt de schuwe wulp niet van. Hij is nu vooral een bewoner van het boerenland, maar ook daar kachelt hij hard achteruit, met zo’n 40 procent tussen 1990 en 2015. Overijssel telt nu de meeste wulpen van ons land.
In Staphorst ziet Gerrit Gerritsen deze afname zich voor zijn ogen voltrekken. Van de 440 broedpaar die hij in 1982 zag, zijn er dit voorjaar 130 over. Gerritsen is weidevogelonderzoeker en -beschermer, met name de grutto en de wulp hebben zijn warme belangstelling. Hij werkte 33 jaar voor de provincie Overijssel en daarna tot zijn pensioen in 2020 bij Vogelbescherming Nederland.
Het probleem met de wulpen is volgens Gerritsen: „Er worden te weinig jongen groot, de populatie vergrijst dus. De wulp is een grote vogel met een lang broedseizoen. Tussen het leggen van het ei en het uitvliegen van het jong zit zo’n negen weken. Dat maakt de wulp veel kwetsbaarder dan bijvoorbeeld de kleine graspieper, waarvan de broedperiode veel korter is.” De graspieper kan met een beetje geluk een nest grootbrengen tussen twee maaibeurten van de boer door; de wulp krijgt tijdens zijn broedperiode een keer of twee, drie te maken met grote maaimachines.
Kwetsbaar
Uit onderzoek kwam naar voren dat ook de vos een oorzaak is van het lage aantal jongen dat groot groeit. Er werden camera’s bij tientallen nesten opgesteld en uit de beelden bleek dat in zo’n 70 procent van de predatiegevallen een vos de eieren had geroofd.
Een wulp is een grote vogel met een sterke geur en grote eieren; kwetsbaar dus. Als een ei wél uitkomt, vormen vliegende predatoren zoals bruine kiekendief en buizerd een gevaar voor het kuiken, dat in de kale, pas gemaaide vlakte een makkelijke prooi is.
Vogelbeschermers lieten het er in Staphorst niet bij zitten. Acht jaar geleden begon de lokale vrijwilligersgroep met het plaatsen van schrikdraad rond nesten van wulpen. Het lastige is dat wulpen, anders dan bijvoorbeeld de grutto, niet bij elkaar in de buurt broeden. Je kunt dus niet een heel stuk grasland afrasteren, het draad moet om het nest zelf heen.
Zenuwachtig
Vrijwilligers zetten in overleg met de boer 10 of 20 meter in het vierkant om het nest af met schrikdraad. Ze bleven nog een tijd kijken of de wulpenvader en -moeder er niet te zenuwachtig van werden; als dat gebeurde, halen ze het draad weer weg. Hun inspanningen worden beloond, want zonder draad wordt 70 procent van de eieren opgegeten, en met draad nog maar de helft daarvan, 35 procent.
In het voorjaar van 2020 vonden de vrijwilligers 90 nesten. Om 30 nesten hebben ze schrikdraad gespannen. Een behoorlijke klus voor de vrijwilligers, waarvan de populatie net als bij de wulp vergrijst. Daarom heeft Gerritsen tijdens een recent veldbezoek aan het gebied aan natuurgedeputeerde Ten Bolscher (SGP) van de provincie Overijssel hulp gevraagd om nog meer wulpennesten met schrikdraad tegen vossen te beschermen.
Dit voorjaar gebeurde er iets bijzonders: Gerritsen deed een ringetje om de poot van een kuiken waarvan hij de vader veertien jaar eerder ook had geringd. Door vogels te vangen en te voorzien van een ring, wordt er informatie verkregen over (veranderende) trek, reproductie en overleving van vogels. Dat het om een zoon van die specifieke vader ging kon hij zien aan de kleurencombinatie van de plastic ring om de poot van vader wulp, waarmee elk individu is te herkennen.
Gerritsen is al sinds 1985 gediplomeerd ringer en heeft zo’n 500 wulpenkuikens geringd. Toch had hij nog niet eerder meegemaakt dat hij een nakomeling van een eerder geringde vogel in zijn handen hield. Het was ook nog eens het vroegste broedgeval ooit: het nest kwam al op 14 april uit.
Hoop
Er gloort een klein beetje hoop voor de Nederlandse wulpen, die voor het grootste deel in Frankrijk overwinteren. Wulpen brengen de eerste drie jaar van hun leven door in hun overwinteringsgebied voordat ze naar Nederland komen om te broeden. Als ze eenmaal die leeftijd hebben gehaald, leven ze meestal nog lang. De oudst bekende wulp in Europa werd ruim 31 jaar. In Frankrijk mocht nog op wulpen worden gejaagd. Sinds het najaar van 2019 mag dat niet meer, dat betekent dat de wulpen van Staphorst meer overlevingskans hebben.