Coronacrisis gaat ons betaalgedrag blijvend veranderen
Contant betalen daalde door de coronacrisis nog verder in populariteit. Het brengt de invoering van digitaal centralebankgeld een stap dichterbij. Dat biedt een oplossing voor hen die geen bankrekening bezitten.
Sinds in 1990 het zogeheten ”pinnen” in ons land is ingevoerd, is de girale betaling aan de kassa begonnen aan een snelle opmars. Al snel was de totale waarde van de pintransacties groter dan die van de contante betalingen. Bij kleine transacties was ”cash” echter nog altijd ”king”, totdat in 2015 voor het eerst net zo vaak elektronisch als contant werd afgerekend. In dat jaar werd namelijk de contactloze betaling ingevoerd. Voor kleine transacties is deze zeer geschikt. Sneller dan pinnen, maar ook sneller, veiliger en goedkoper dan de contante betaling. Anno 2020 is de contactloze betaling veruit de meest populaire vorm van betalen aan de kassa.
Ook de uitbraak van het coronavirus beïnvloedt ons betaalgedrag. Bij een pinbetaling moeten mensen meestal een pincode invoeren, waarbij zij een toetsenbord aanraken. Bij velen leeft de angst dat virussen op een harde ondergrond relatief lang overleven en vanaf zo’n ondergrond mensen kunnen besmetten. Ook bij een contante betaling kunnen virussen worden overgedragen. Bankbiljetten en munten kunnen vies worden omdat ze lang van hand tot hand gaan, zonder dat ze in de tussentijd een keer bij de centrale bank belanden. Veel mensen denken al of niet terecht dat bankbiljetten en munten hiermee ook een bron van besmetting kunnen zijn.
Buitengesloten
Onder winkeliers verliest contant geld eveneens zijn populariteit. Zij ontmoedigen de contante betaling steeds meer. Op dit moment wordt contant geld nog vrijwel overal geaccepteerd, maar dit kan snel veranderen. Steeds meer winkeliers overwegen contant geld te weigeren. Hoewel contant geld de status van wettig betaalmiddel heeft, mag een winkelier het in veel gevallen toch weigeren. De contactloze betaling is een uitstekend alternatief.
Dit blijkt ook uit de meest actuele data van de Betaalvereniging Nederland. Sinds begin 2020 is de opmars van de contactloze betaling enorm versneld. Op dit moment is het veruit de meest gebruikte manier van betalen aan de kassa. Maar dit legt wel een belangrijk probleem bloot: niet iedereen heeft een bankrekening. Zelfs in Nederland en Zweden, koplopers op het gebied van giraal betalen, hebben nog altijd tienduizenden mensen niet de beschikking over een bankrekening. In het Verenigd Koninkrijk zijn dit er al meer dan een miljoen. Wereldwijd gaat het wellicht om miljarden. Die groep mensen dreigt buitengesloten te raken als contant geld (vrijwel) niet meer wordt geaccepteerd.
Taak overheid
Dit is niet aanvaardbaar: iedereen moet economisch kunnen meedoen. Gelukkig zijn er verschillende mogelijkheden om dit aan te pakken. Je kunt bijvoorbeeld iedereen een basale bankrekening bij een reguliere bank aanbieden. Dit lost het probleem van financiële uitsluiting effectief op. Een andere mogelijkheid is het aanbieden van digitaal centralebankgeld, ofwel een digitale betaalfunctie die de centrale bank ter beschikking stelt. De achterliggende principiële gedachte daarbij is veelal dat het uiteindelijk een taak van de overheid (en de centrale bank) is om financiële uitsluiting te voorkomen. Daarom weerklinkt steeds vaker de oproep dat iedereen een betaalrekening bij de centrale bank moet kunnen aanhouden.
Het probleem is echter dat De Nederlandsche Bank (DNB) geen klantenbank is en niet bedoeld is voor het beheren van betaalrekeningen. Verder kan zo’n betaalrekening dodelijk zijn voor de stabiliteit van ons financiële stelsel, als deze slecht wordt vormgegeven. DNB heeft hier al vaak op gewezen.
Gemaximeerd
Digitaal centralebankgeld kan echter op verschillende manieren worden aangeboden. In een recente studie hierover stelt DNB voor om alle mensen een rekening aan te bieden, waarbij het totale bedrag aan digitaal centralebankgeld dan wel wordt gemaximeerd, bijvoorbeeld op de hoeveelheid contant geld die nu nog in omloop is. Een andere variant is wat ik hier aanduid als een digitaal bankbiljet. Dat betreft een chip, uit te geven door de centrale bank (op een card of een smartphone), waarmee mensen betalingen kunnen verrichten. Dit lijkt een beetje op de voormalige chipknip, maar dan wel met een mogelijkheid om betalingen van persoon tot persoon te kunnen verrichten. De bedragen op zo’n chip moeten dan wel worden gelimiteerd, om te voorkomen dat het criminele circuit ze grootschalig kan gebruiken. Een dergelijke chip kent dan meer voordelen: het is hygiënisch en transacties zijn net zo anoniem als bij een contante betaling.
DNB kan dit product niet op eigen initiatief aanbieden. Digitaal centralebankgeld is een vordering op de centrale bank en dat is in de eurozone dus het Eurosysteem, met als hoofdinstelling de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt. In de meeste lidstaten van de eurozone speelt contant geld nog een veel grotere rol dan bij ons. Het contante geld zal dus niet zo snel verdwijnen. Maar dat ons betaalgedrag door de coronacrisis blijvend is veranderd, staat als een paal boven water. Dat dit in andere landen op enig moment ook zal gebeuren, lijkt waarschijnlijk. En daarmee heeft het coronavirus de invoering van digitaal centralebankgeld in de eurozone wellicht een stapje dichterbij gebracht.
De auteur is econoom bij de Rabobank en bijzonder hoogleraar economische en monetaire politiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam.