Overname juweliersketen Tiffany aan zijden draadje
De miljardenovername van de Amerikaanse juweliersketen Tiffany door het Franse luxeconcern Louis Vuitton Moët Hennessy (LVMH) hangt aan een zijden draadje. Zorgen over de marktomstandigheden in de Verenigde Staten en de gevolgen van de coronapandemie maken het bestuur van LVMH zeer voorzichtig.
Tijdens een speciale bijeenkomst in Parijs is de situatie rondom corona en de aankoop van Tiffany besproken. Daarbij is formeel uitgesloten dat LVMH aandelen Tiffany gaat kopen op de beurs, zo wordt aangegeven in een korte verklaring. Het bod is daarmee nog niet ingetrokken. Maar Tiffany noteert in New York op de beurs inmiddels fors onder de geboden biedprijs van 135 dollar per aandeel. LVMH toont met de stap volgens kenners dus zijn onzekerheden over de transactie aan, door zelf nu niet te kopen.
LVMH was lange tijd op zoek naar mogelijkheden om uit te breiden op de Amerikaanse markt, en de overname van Tiffany zou daar veel bij helpen. LVMH is in handen van oprichter en topman Bernard Arnault en bezit onder meer merken als Dior, Louis Vuitton en Sephora. Aandeelhouders hadden al groen licht gegeven voor de transactie van meer dan 16 miljard dollar, die aan het einde van het jaar afgerond moest worden.
Tiffany werd in 1837 opgericht door juwelier Charles Lewis Tiffany. Er werken momenteel ongeveer 14.000 mensen. De keten kwam in 1979 in handen van cosmeticabedrijf Avon en werd daarna overgenomen door investeerders. De bekendste winkel van de onderneming is het ultrachique filiaal op Fifth Avenue in New York.