Rechtbank wil meer onderzoek naar Arnhemse ripdeal
De rechtbank in Arnhem heropent het onderzoek naar een schietpartij en een ripdeal in een woning in Arnhem. De rechtbank oordeelt dat er meer onderzoek gedaan moet worden om tot een uitspraak te komen.
Twee Rotterdammers van 28 en 29 jaar zouden op 25 februari vorig jaar een ripdeal hebben gepleegd in Arnhem. Ook worden zij verdacht van poging tot doodslag op de bewoner van die woning aan de Corrie Tendeloostraat. Tijdens het politieonderzoek beriepen beide verdachten zich op hun zwijgrecht.
Op de rechtszitting van 20 mei verklaarde de 29-jarige Rotterdammer dat het gebruikte vuurwapen van het slachtoffer is. Op de derde patroon in de patroonhouder zou DNA van het slachtoffer zijn aangetroffen. De rechtbank vindt dat er meer forensisch onderzoek naar dit DNA-materiaal nodig is. Ook moet het slachtoffer hier opnieuw over worden gehoord door de rechter-commissaris.
De 28-jarige Rotterdammer ontkende tijdens de zitting dat hij een van de daders is. Hij verklaarde verder dat hij zowel zijn medeverdachte als het slachtoffer niet kent. Ook hier wil de rechtbank meer onderzoek naar. De officier van justitie had tijdens de zitting celstraffen van zeven en acht jaar geëist. De 29-jarige Rotterdammer meldde zich in juni vorig jaar na een uitzending van Opsporing Verzocht zelf op het politiebureau. Een maand later werd de andere verdachte uit Rotterdam aangehouden.