Export naar VK goed voor 3,5 procent bbp
Nederland heeft vorig jaar 28,3 miljard euro aan export naar het Verenigd Koninkrijk verdiend. Dat is 3,5 procent van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp), een lichte daling in vergelijking met eerdere jaren. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In 2015 was het aandeel van de exportverdiensten aan het Verenigd Koninkrijk in de Nederlandse economie nog 3,7 procent en in 2018 3,6 procent. In vergelijking met 2015 stegen deze verdiensten minder hard (met 11 procent) dan de totale Nederlandse exportverdiensten (met 14 procent).
De bedrijfstak ‘groothandel en handelsbemiddeling’ verdiende van alle bedrijfstakken in Nederland vorig jaar het meest aan de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk: 3,7 miljard euro. Bijna de helft daarvan is te danken aan door Nederland geïmporteerde producten die weer in het Verenigd Koninkrijk worden verkocht. Bijna een derde komt voor uit de export van goederen van Nederlandse makelij en 22 procent betreft dienstenexport.
De meeste bedrijfstakken die veel aan het Verenigd Koninkrijk verdienen, doen dat door dienstenexport, zoals holdings- of managementadviesbureaus, it-dienstverlening, vervoer over land en banken.
Al jaren is het Verenigd Koninkrijk voor Nederland de tweede belangrijkste exportbestemming voor goederen en diensten samen. Duitsland staat op nummer één: Nederland verdiende in 2019 59 miljard euro aan de export naar dat land. Ook België (24,6 miljard), Frankrijk (18,6 miljard) en de Verenigde Staten (17,3 miljard) zijn belangrijke exportbestemmingen.