„Asbeststelsel moet flink op de schop”
Het huidige asbeststelsel werkt niet adequaat en moet fundamenteel worden herzien.
Dat stelt de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in een rapport dat donderdag verscheen. Aedes, de koepel van woningcorporaties, gaf de NSOB opdracht om het systeem te onderzoeken op de uitgangspunten voor goed bestuur.
Nederland kent sinds 1993 een verbod op toepassing van asbest in bouwmaterialen vanwege de gezondheidsrisico’s van de vezelachtige stof. Bij het opruimen van asbesthoudend materiaal laat de overheid veel verantwoordelijkheid aan de markt zelf over (deregulering). Hoe dat in de praktijk heeft vorm gekregen, deugt niet, zeggen de onderzoekers.
Betrokken partijen zoals woningcorporaties, saneerders en de instelling die certificaten uitreikt, zijn in de discussie erover lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Zij houden elkaar in „een houdgreep” door grote verschillen van inzicht op het probleem en oplossingen, constateert de NSOB. Daarom pleiten de onderzoekers voor een „fundamenteel herontwerp.” Dat moet zorgen voor een beter evenwicht met minder belangenverstrengeling en meer ruimte voor nieuwe technische inzichten over asbest. „De indeling in risicoklassen voor asbestverwijdering moet plaatsvinden op basis van een actueel classificatiesysteem dat onder beheer valt van een onafhankelijke partij.”
„Het belang van ieders gezondheid staat buiten kijf. Woningcorporaties zijn dan ook gebaat bij een helder, realistisch en risicogericht asbestbeleid”, reageert Tonny van de Ven, waarnemend voorzitter van Aedes.