Niet verder uitstellen
Saai is Prinsjesdag dit jaar niet geworden. Het is immers lang geleden dat de derde dinsdag in september voorafgegaan werd door een maandag met een massale demonstratie, zoals maandag in Rotterdam. Bijzonder is bovendien dat maar liefst vier kamerfracties de moeite hebben genomen een volwaardige, door het CPB doorgerekende tegenbegroting in te dienen, te weten PvdA, GroenLinks, SP en ChristenUnie.
Dat deze Prinsjesdag niet als een doorsnee derde dinsdag de geschiedenisboekjes in zal gaan, is in de derde plaats een gevolg van de ziekte van premier Balkenende. Het is lang geleden dat vanwege de ziekte van een premier de algemene beschouwingen uitgesteld werden.
Over dat uitstel is inmiddels in politiek Den Haag discussie ontstaan. Want hoe lang moet dat uitstel precies duren? En zou het in deze situatie niet beter zijn vice-premier Zalm namens het kabinet te laten spreken?
Voor dat laatste is veel te zeggen. Zou de ziekte van Balkenende zich onverhoopt nog langer voortslepen dan deze week, dan moet de tweede man in het kabinet, Zalm, de klus van de algemene beschouwingen maar klaren.
Degenen die sterk aandringen op een debat met Balkenende, ook al zou dat pas over enkele weken kunnen plaatsvinden, hebben daar ongetwijfeld hun bedoeling mee. Het zijn met name de linkse oppositiefracties die de premier van CDA-huize willen inpeperen dat hij met dit beleid zijn eigen christelijk-sociale gedachtegoed verkwanselt. Hun gretigheid is begrijpelijk, maar daarmee nog niet te rechtvaardigen.
Want is het nu echt verdedigbaar om de hele systematiek van de begrotingsdebatten onder druk te zetten, enkel en alleen om de premier te grazen te nemen? Zoals bekend is het elk najaar weer een race tegen de klok om alle begrotingen voor 31 december door het parlement te loodsen, zoals het staatsbestel dat vereist. Uitstel van de algemene beschouwingen met enkele weken betekent eveneens uitstel van de begrotingsdebatten, waardoor de Tweede Kamer zich lelijk in de nesten kan werken.
Nodig is dit allerminst, omdat er geen wettelijk voorschrift bestaat dat de premier de algemene beschouwingen moet doen. Een vice-premier, die bovendien minister van Financiën is, is een zeer bekwaam en bevoegd vervanger. Als hij de wekelijkse ministerraad kan voorzitten, op de vrijdagse persconferentie het woord kan voeren en buitenlandse staatshoofden kan ontvangen, kan hij ook dit debat voeren. Al te lang wachten op herstel van Balkenende stimuleert bovendien de gedachte dat een minister-president ver boven de gewone ministers uittorent. Laten we het maar liever houden bij de Nederlandse traditie van collegiaal bestuur, waarin een premier slechts primus inter pares is.
Aparte aandacht verdient nog het voorstel van ChristenUnie-leider Rouvoet. Hij wil de algemene beschouwingen en de algemene politieke beschouwingen, die al jarenlang in verschillende, achtereenvolgende weken gehouden worden, samenvoegen. Vaak hebben deze debatten toch een grote inhoudelijke overlap, aldus Rouvoet. Wat in het eerste debat in algemene termen wordt overeengekomen, wordt in het tweede debat financieel en gedetailleerd ingevuld.
Voordeel van dit plan is dat het in elk geval een week tijdwinst oplevert. Maar het nadeel ervan is groter dan het voordeel. De algemene beschouwingen behoren tot de wat zeldzamere Haagse debatten waarin ideologie en levensbeschouwing een grote rol mogen spelen. Het risico bestaat dat door samenvoeging met de financiële beschouwingen ook dit debat verwordt tot een voornamelijk technische gedachtewisseling, volledig gedomineerd door de centen. Dat zou jammer zijn, want van dat soort debatten hebben we er al genoeg.