„Gaan we bezoek straks temperaturen bij de ingang van een verpleeghuis?”
De bezoekregeling in veel zorginstellingen is zo populair dat het bezoekschema elke dag vol zit, zeggen twee zorgmanagers. Terwijl ze druk bezig zijn met tijdelijke voorzieningen regelen, denken ze ondertussen na over de toekomst. „Moeten we gaan temperaturen bij de hoofdingang?”
Op het terrein van de Schutse Zorg Tholen staat een speciale bezoekerscabine. Zes dagen per week van 13.30 tot 21.00 uur mag er bezoek gepland worden. In principe duurt het bezoek een kwartier, maar voor familie die van ver komt en echtgenoten wordt een uitzondering gemaakt; zij mogen een halfuur blijven. Na elk bezoek maakt personeel de cabine schoon en komt de volgende. „Het loopt als een trein”, zegt Petra Bolier, teamleider bij de organisatie. „Het schema zit altijd vol.”
Ze ziet hoe blij bewoners zijn met de regeling. „Velen van hen vragen elke dag: Krijg ik weer bezoek? Komt er vandaag iemand voor me?” Bolier heeft de afgelopen weken al veel emotionele momenten meegemaakt. „Sommige ouderen vinden videobellen lastig, dus als je voor het eerst in acht weken je familie weer ziet, maakt dat emoties los.”
Samen met haar collega’s heeft ze dagelijks crisisoverleg. Bolier, onder andere verantwoordelijk voor de activiteitenbegeleiding, vindt het moeilijk om bewoners te zien lijden onder de huidige situatie. „Je ziet mensen achteruitgaan omdat ze minder prikkels krijgen. Ik hoop ontzettend dat de regeling binnenkort wat versoepeld wordt en mensen weer binnen bezoek mogen ontvangen. Nu merk je meer dan ooit hoezeer je als mens anderen om je heen nodig hebt om gelukkig te kunnen zijn.”
Vanaf deze week loopt er in 25 verpleeghuizen in ons land een proef waarbij bewoners weer binnen bezoek mogen ontvangen, van één vast iemand. Als deze bezoekregeling in de praktijk goed werkt, wil de overheid vanaf 25 mei meer verpleeghuizen openstellen voor bezoek.
Emmely Hoek, zorgmanager bij zorgorganisatie Carintreggeland, is samen met haar collega’s aan het nadenken over protocollen die er dan moeten liggen. „Tot nu toe vindt al het bezoek buiten plaats, maar straks mag er mogelijk een familielid naar binnen. Dan moet je nadenken over voorzorgsmaatregelen. Gaan we bijvoorbeeld bij de hoofdingang iemands temperatuur opmeten?”
Hoek verwacht dat de verschillende bezoekregelingen naast elkaar blijven bestaan. „We houden ook een tent of een mobiele unit op de terreinen van onze locaties. Daarnaast is er twee keer een hoogwerker langs geweest, zodat familie ook kan praten met bewoners als ze in hun eigen kamer zitten.”
Volgens de manager begrijpt familie goed waarom fysiek contact voorlopig nog geen optie is, al vinden ze dat ook moeilijk. „Het is logisch dat je denkt: ik wil mijn moeder of mijn kind even een knuffel geven. Maar om mogelijke besmetting te voorkomen, moeten we daar echt nog even voorzichtig mee zijn. Ook met de nieuwe bezoekregeling blijft die 1,5 meter afstand.”