Vrees om versoepeling coronabeleid drukt Wall Street in het rood
De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag duidelijk lager gesloten. Beleggers op Wall Street kijken naar de versoepeling van coronamaatregelen in de Verenigde Staten en vrezen voor een nieuwe besmettingsgolf. Uitspraken van de Amerikaanse topdeskundige voor besmettelijke ziektes Anthony Fauci voor de Senaat deden het sentiment geen goed. Daarnaast verwerken beleggers onder meer bedrijfsresultaten.
De Dow-Jonesindex sloot 1,9 procent lager op 23.764,78 punten. De breed samengestelde S&P 500 werd 2,1 procent lager gezet op 2870,12 punten en techbeurs Nasdaq daalde eveneens 2,1 procent, tot 9002,55 punten.
Fauci waarschuwde voor het te snel heropenen van het land. Hij vreest bij een overhaaste terugkeer naar het normale leven zeer ernstige gevolgen zoals nieuwe corona-uitbraken.
Tesla ging 0,2 procent omlaag. De maker van elektrische auto’s heeft de productie in zijn Californische fabriek hervat en ging daarmee in tegen een verbod van de lokale autoriteiten. Topman Elon Musk benadrukte zelf ook aan de lopende band te gaan staan. President Trump steunde Musk door op Twitter op te roepen de fabriek te laten heropenen, maar personeel zou laten weten dat er te weinig veiliheidsmaatregelen zijn genomen.
Uber werd 2,4 procent hoger gezet na berichten dat het maaltijdbezorger GrubHub over zou willen nemen. Dat laatste bedrijf steeg bijna 30 procent, ondanks berichten dat beide ondernemingen het nog niet eens zijn over de prijzen. GrubHub wilde gesprekken met Uber overigens niet bevestigen, maar liet wel weten dat consolidatie in de sector logisch zou kunnen zijn.
Boeing (min 2,9 procent) verloor opnieuw flink wat bestellingen voor vliegtuigen. De coronavirus en de problemen met de 737 MAX blijven het bedrijf parten spelen.
Vermogensbeheerder BlackRock (min 7,8 procent) kan ook op aandacht rekenen. Financieel dienstverlener PNC Financial Services wil zijn gehele belang van 22 procent in BlackRock ter waarde van circa 17 miljard dollar gaan verkopen.
De euro was 1,0847 dollar waard tegen 1,0868 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 6,1 procent meer op 25,62 euro. Brentolie werd 0,7 procent duurder op 29,85 dollar per vat.