Kerk & religie

Bijna zou Ernst Lohmeyer nooit hebben bestaan

Toen de Sovjets hem op 19 september 1946 in Greifswald executeerden, hadden ze zijn naam daarmee voorgoed willen uitwissen. Het moest zijn alsof prof. Ernst Lohmeyer „nooit had bestaan.” Het is hun niet gelukt. Vorig jaar verscheen een –Engelstalige– biografie over de begaafde Duitse theoloog.

9 May 2020 11:24Gewijzigd op 16 November 2020 19:12
In 2000 betrok de theologische faculteit van de universiteit van Greifswald een nieuw gebouw, dat de naam ”Ernst-Lohmeyer-Haus” kreeg. Lohmeyer, president van de universiteit, werd op 19 september 1946 geëxecuteerd door de beruchte Russische geheime diens
In 2000 betrok de theologische faculteit van de universiteit van Greifswald een nieuw gebouw, dat de naam ”Ernst-Lohmeyer-Haus” kreeg. Lohmeyer, president van de universiteit, werd op 19 september 1946 geëxecuteerd door de beruchte Russische geheime diens

Veel bekendheid geniet nieuwtestamenticus Ernst Lohmeyer (1890-1946) in Nederland niet. In archiefsysteem Digibron komt zijn naam maar een enkele keer voor. Zo citeerde ds. L. J. Geluk hem in 2012 in het blad Protestants Nederland, in een meditatie over Kolossenzen 3:17. Wie wil weten wie Lohmeyer was, zoekt in Digibron echter tevergeefs.

James R. Edwards, emeritus hoogleraar theologie aan de universiteit van Whitworth (Verenigde Staten), kwam halverwege de jaren zeventig voor het eerst met Lohmeyers werk in aanraking. Voor zijn proefschrift over het Evangelie naar de beschrijving van Markus maakte hij gebruik van Lohmeyers commentaar op het Markusevangelie. Lohmeyer publiceerde dit voor het eerst in 1936, als hoogleraar Nieuwe Testament aan de universiteit van Greifswald. Edwards raadpleegde echter de tweede editie, uit 1967, die vergezeld ging van een ”Ergänzungsheft” (supplement). Niet heel bijzonder, dat laatste, ware het niet dat het niet door Lohmeyer zelf was geschreven. Edwards: „Het droeg de naam Gerhard Sass, dateerde uit 1950 en begon zo: „Hoewel het een verblijdende zaak is de tweede editie van prof. Lohmeyers ”Commentaar op Markus” te verwelkomen, is het tegelijkertijd voor zowel academie als kerk betreurenswaardig dat de auteur zelf de publicatie ervan niet langer op zich kan nemen. Zijn handgeschreven wijzigingen waarop de nieuwe editie is gebaseerd, laten zien hoe hij voortdurend bezig was zijn boek te verbeteren en uit te breiden, totdat een hogere macht hem wegvoerde naar een nog altijd onbekende bestemming.””

2020-05-07-katDO1-bijKPernstlohmeyer07-2-FC_web.jpg
De lutherse theoloog prof. dr. Ernst Lohmeyer 1890-1946. beeld RD

Mysterie

De „droevige” toon van Sass’ inleiding liet Edwards niet los. Aan zijn begeleider, prof. Ralph Martin, vroeg hij of die meer wist. Maar nee: „Het blijft een mysterie”, luidde het korte antwoord.

Maar, vroeg Edwards zich af, naar welke „hogere macht” verwees Sass dan? Wat deed die macht met Lohmeyer? En waarom was het mysterie na al die jaren nog steeds niet opgelost? „Hij was verdwenen… voor altijd, en niemand wist waarom.”

In juni 1979 bracht Edwards een bezoek aan Greifswald, als onderdeel van een reis georganiseerd door de Amerikaanse Berlin Fellowship. Greifswald lag in de DDR, achter het IJzeren Gordijn, en de Berlin Fellowship zette zich in om vriendschappelijke relaties te doen ontstaan tussen christenen in Amerika en Oost-Duitsland.

In de protestantse Sint-Mariakerk –„dikke Maria”– informeerde Edwards, onder het genot van koffie en cake, naar Ernst Lohmeyer. „Weet iemand wat er met hem is gebeurd?”

De „warmte” die het bezoek kenmerkte, was op slag verdwenen, herinnert hij zich. „Ik had geen idee waarom. De predikant van de dikke St.-Maria, dr. Reinhart Glöckner, wel. Hij stond op, bracht de ontmoeting in allerijl tot een einde en zei tegen me: „Jim, laten we een eindje gaan lopen.””

Tijdens de wandeling kwam het hoge woord eruit. „Jim, in deze stad kunnen we de naam Ernst Lohmeyer niet noemen!”

„Waarom niet?”

„Waarom niet?! Lohmeyer verdween in de handen van de communisten. Hij is beslist door hen gedood, al weten we geen details. Mensen die door de staat worden gearresteerd en geliquideerd, worden beschouwd als vijanden van de staat, en iedereen die naar hun lot vraagt, wordt als een handlanger gezien. Handlangers zijn vijanden van de staat! Jouw vraag bracht iedereen die er vanmiddag bij was in groot gevaar!”

Vele jaren later, in 1996, publiceerde Edwards een artikel over „de mysterieuze verdwijning en dood van Ernst Lohmeyer.” Het verscheen kort voor de vijftigste ‘verjaardag’ van Lohmeyers executie: op 19 september 1996 werd aan de universiteit van Greifswald een herdenkingsplechtigheid gehouden. Op 15 augustus was de voormalige president van de universiteit door Rusland postuum in ere hersteld. Een plaquette bij de ingang van het huidige Ernst-Lohmeyer-Haus herinnert aan deze gebeurtenis.

Bij dat ene artikel zou het ook wel blijven, dacht Edwards. Maar toen hij in 2015 met emeritaat ging, veranderde hij van gedachten. Om twee redenen. De eerste was dat zijn drie belangrijkste „informanten” –Gudrun en Klaus Otto, Lohmeyers dochter en schoonzoon; en prof. Günter Haufe, Lohmeyers opvolger als nieuwtestamenticus in Greifswald– ondertussen overleden waren. „Daarmee was ik, als Amerikaan, een van de weinigen die het verhaal van Lohmeyer nog konden vertellen.”

Hier kwam nog iets bij. „De Sovjets doodden Ernst Lohmeyer niet simpelweg; zij probeerden elke herinnering aan hem uit te wissen, „alsof hij nooit had bestaan.” En zoals zijn dochter Gudrun het zei: „De dood is onvermijdelijk, maar iemand zijn eer ontnemen is dat niet.” Het eerste moest worden geaccepteerd; het tweede mócht niet worden geaccepteerd.”

Edwards besloot een biografie te schrijven. Een ruim 340 bladzijden tellend boek, dat nu eens doet denken aan een detective en dan weer aan een autobiografie, is het resultaat. ”Tussen het hakenkruis en de sikkel” luidt de veelzeggende titel. Overigens verscheen in 2004 ook al een Duitstalige biografie, van de hand van Andreas Köhn, waarop Edwards zich mede baseert.

Tot volle bloei

Ernst Johannes Lohmeyer wordt op 8 juli 1890 geboren in een luthers predikantsgezin in Dorsten, in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Hij studeert in Tübingen, Leipzig en Berlijn, waarbij zijn interesse zich bepaald niet beperkt tot de theologie.

Eind 1918 wordt Lohmeyer, die tijdens de Eerste Wereldoorlog trouwt met Amalie (Melie) Seyberth, assistent-hoogleraar in Heidelberg. Niet lang daarna verzoekt de Pruisische minister van Cultuur hem naar Breslau te komen en de leerstoel Nieuwe Testament te bekleden in plaats van Rudolf Bultmann, die naar Marburg vertrekt.

In Breslau komt Lohmeyer tot „volle bloei”, schrijft Edwards, al gaat dat een tijdlang ten koste van zijn huwelijk en gezin. Het aantal publicaties dat hij uitbrengt, onder meer bij de prestigieuze uitgever Vandenhoeck & Ruprecht, is enorm. Daarin bewandelt hij overigens een orthodoxer spoor dan zijn voorganger Bultmann, die –1941– het Nieuwe Testament wilde ‘ontmythologiseren’. Edwards: „Lohmeyers verstaan van het evangeliegenre was uniek voor zijn dagen.”

Van belang is ook Lohmeyers bijdrage over Filippenzen 2:5-11, „een hymne over Christus in de absolute zin van het woord.” Ongebruikelijk, maar tegelijk bijna vooruitziend, is daarnaast de aandacht die hij besteedt aan het thema martelaarschap.

2020-05-07-katDO1-bijKPedwards07-1-FC_web.jpg
Boekomslag.

Schuld

De swastika, Hitlers hakenkruis, maakt in 1935 een einde aan Lohmeyers jaren in Breslau. Reden is onder meer zijn –moedige– optreden als rector in de affaire rond de Joodse wetenschapper Ernst Joseph Cohn, en zijn zich aansluiten bij de ”Bekennende Kirche”, een christelijke verzetsbeweging. Lohmeyer wordt overgeplaatst naar Greifswald – een degradatie.

Van 1939 tot 1943 dient de gezaghebbende nieuwtestamenticus in de Wehrmacht, het leger. Hij is onder meer bevelhebber in de Russische regio Kuban, ten zuiden van Stalingrad. In het hoofdstuk ”Barbarossa” beschrijft Edwards Lohmeyers militaire optreden als buitengewoon humaan.

Toch is het feit dát Lohmeyer bij de strijd tegen Rusland betrokken is geweest, voor de Sovjets na de oorlog aanleiding om hem –op 15 februari 1946– te ontvoeren. De sikkel (met de hamer het symbool van de Sovjet-Unie) doet zijn werk, nietsontziend.

Overigens zijn de maanden die Lohmeyer in zijn cel aan de Domstrasse 6/7 in Greifswald doorbrengt niet de slechtste tijden van zijn leven. In het slothoofdstuk maakt Edwards de vergelijking met Augustinus’ ”Belijdenissen”. In de laatste brief die Lohmeyer aan zijn vrouw Melie schrijft, belijdt hij schuld voor zijn „zonden.” Zo heeft hij als militair aan het Oostfront overspel begaan met zijn vertaalster. Hij vraagt om vergeving, aan God en aan Melie. „In cel 19 kwam Lohmeyer, zoals de verloren zoon, tot zichzelf”, aldus Edwards.

Melie vergeeft hem – maar ziet haar man nooit meer. Pas op 6 december 1957 laat het Russische Rode Kruis haar weten dat Ernst Lohmeyer op 19 september 1946 „in het kamp” in Greifswald is overleden. Geëxecuteerd, welteverstaan, door de Russische geheime dienst NKVD.

Waar zijn lichaam is gebleven, weet niemand. Edwards: „Zoals bij zo vele vermoorde NKVD-slachtoffers, moest het zijn „als ob er nie extierte”: alsof hij nooit had bestaan. En zo was het – bijna.”

Between the Swastika and the Sickle – The Life, Disappearance, and Execution of Ernst Lohmeyer, James R. Edwards; uitg. Eerdmans; 344 blz.; $ 30.00

Brief aan Martin Buber

Ernst Lohmeyer behoorde tot de belangrijkste Duitse nieuwtestamentici van zijn tijd. Des te opmerkelijker is het dat hij geen bijdrage heeft geleverd aan het invloedrijke ”Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament” (ThWNT) onder redactie van de Tübinger nieuwtestamenticus Gerhard Kittel. De eerste vier –van elf– banden verschenen tussen 1932 en 1948, het jaar waarin Kittel overleed.

James R. Edwards, auteur van de biografie ”Between The Swastika and the Sickle”, kan zich moeilijk voorstellen dat hier sprake was van toeval. Lohmeyer zelf had zijn uitgever, Gustav Ruprecht, in de jaren twintig herhaaldelijk gevraagd Kittel te benaderen voor het deel over de Hebreeënbrief in Meyers commentaarserie op het Nieuwe Testament; wat Ruprecht trouwens niet deed.

2020-05-07-katDO1-bijKPLohmeyer07-2-FC_web.jpg
De lutherse theoloog prof. dr. Ernst Lohmeyer 1890-1946. beeld RD

Jodenvraagstuk

Edwards vermoedt dat het Lohmeyers positieve houding ten opzichte van de Joden is geweest die Kittel ervan heeft weerhouden hem bij zijn project te betrekken. Kittel ontpopte zich na Hitlers machtsovername in 1933 als een waar apologeet van het nazisme. Meteen hetzelfde jaar publiceerde hij zijn geschrift ”Die Judenfrage” (Het Jodenvraagstuk). Daarin betoogde hij met zoveel woorden dat er in Duitsland geen plaats is voor Joden – ook niet voor christelijke: „Een christelijke Jood is mijn christelijke broeder, maar niet mijn Duitse broeder.”

Een kopie van zijn boekje stuurde Kittel op 13 juni 1933 aan Martin Buber, de Joodse godsdienstfilosoof die tien jaar eerder zijn boek ”Ich und Du” (Ik en gij/jij) had gepubliceerd. Buber bekleedde de eerste Duitse leerstoel Joodse geloofsleer en ethiek, in Frankfurt am Main. Kittel hoopte dat Buber de „redelijkheid” van wat hij had geschreven zou inzien.

Buber las ”Die Judenfrage” zorgvuldig, maar kon er de redelijkheid niet van inzien. Hij reageerde met een, aldus Edwards, opmerkelijk hoffelijke open brief in het augustusnummer van ”Theologische Blätter”. Daarin wees hij onder meer op de oudtestamentische wetten waarin de rechten van de vreemdeling worden beschermd.

Broeder

Lohmeyer las Bubers open brief aan Kittel óók, en reageerde met een hartelijke brief aan Buber. Daarin noemde hij hem zelfs zijn „broeder.” Edwards: „Voor het nationaalsocialisme, voor Kittel, was Martin Buber een ”het”, ontdaan van zijn burgerschap en belasterd om zijn religie. Lohmeyer kwám tot Buber, noemde zijn naam en titel, en behandelde hem door zo te doen als ”gij”.”

Het had voor Lohmeyer, constateert Edwards, wel tot gevolg dat zijn naam niet voorkwam onder die van de vijftig Duitse protestantse theologen die een bijdrage leverden aan Kittels ThWNT.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer