Partijen willen dat kabinet kijkt naar opening sportscholen
Het kabinet moet het besluit om sportscholen pas in september weer open te laten gaan, nog eens nader bekijken, vindt een aantal partijen. Het is voor coalitiepartijen VVD, D66 en CDA belangrijk om ook naar de verschillen tussen bijvoorbeeld grote en kleine sportscholen te kijken.
„De ene sportschool is de andere niet”, vindt D66-voorman Rob Jetten. Hij vraagt het kabinet om maatwerk. Ook VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff wil actie. „Ik snap wel dat als je veel zweet en beweegt en de airco alles rondblaast, dat die anderhalve meter niet genoeg is, maar ik vraag het kabinet wel te kijken naar specifieke oplossingen”, zegt hij.
„Het gaat me dan niet alleen om het plezier van de sport maar ook de gezondheidseffecten”, legt Dijkhoff uit. Omdat mensen veel meer thuis blijven, bewegen ze minder. Grappend laat de liberaal doorschemeren dat hij zelf ook wel zou willen sporten om de ’coronakilo’s’ kwijt te raken.
Pieter Heerma (CDA) merkt op dat binnenzwembaden al op 11 mei opengaan, terwijl sportscholen nog zolang moeten wachten. „Waarom dit verschil?”
De fitnessbranche reageerde woensdag verontwaardigd op het besluit van het kabinet. Brancheorganisatie NL Actief noemt het dicht houden van sportscholen „onacceptabel”. De sector had al een protocol klaarleggen waarbij genoeg afstand tussen sporters wordt gehouden.
Premier Mark Rutte legde woensdag uit dat hij meer duidelijkheid wil over de verspreiding van het coronavirus door bijvoorbeeld zweet. „Voor sportscholen geldt dat we met de branche bekijken of het verantwoord openen eerder mogelijk is”, aldus de minister-president.