De commissie heeft aangegeven het hinderlijk en onwenselijk te vinden voor het onderzoek dat er steeds afzonderlijke documenten in de openbaarheid komen, aldus de minister. Zo vreest de commissie-Machielse dat personen die ze de komende tijd nog wil ondervragen, door deze nieuwe informatie worden beïnvloed of vooringenomen raken. Volgens Grapperhaus mag de commissie zelf haar werkwijze bepalen. De commissie wil alle informatie eerst tot zich nemen en daarna in samenhang en context kunnen beoordelen. Daarna komt er een eindrapport.

De minister ziet daarom geen reden en geen mogelijkheid om enkele stukken, waar D66 en CDA om hadden gevraagd, naar de Kamer te sturen of alvast een duiding te geven aan de informatie. Het gaat om een ambtelijk memo uit 2009 en een reisverslag van een politieliaison naar Argentinië in 2008. Het CDA vroeg om een lijst met alle stukken waarover de commissie beschikt.

In het interne memo dat vorige maand uitlekte via Nieuwsuur staat dat Nederland en Argentinië destijds overlegden over de manier waarop Poch kon worden vervolgd. De Transavia-piloot werd in september 2009, een dag voor zijn pensionering, opgepakt in Spanje en uitgeleverd aan Argentinië. Tijdens de dodenvluchten, waaraan Poch zou hebben meegewerkt, werden tegenstanders van de toenmalige dictator Jorge Videla uit vliegtuigen gegooid.

Poch zat jarenlang vast en werd in 2017 vrijgesproken. Hij eist in een rechtszaak schadevergoeding van de Nederlandse staat die hij verwijt dat die onrechtmatig heeft meegewerkt aan zijn arrestatie. In Argentinië is hoger beroep ingesteld.