Opinie

Sober omgaan met doden

17 September 2004 22:54Gewijzigd op 14 November 2020 01:39

Veel mensen die op de een of andere wijze te maken hebben met het verzorgen, begraven en cremeren van overledenen ontmoetten elkaar deze week tijdens de vierjaarlijkse beurs Uitvaart in Utrecht. Niet alleen een grafdelfmachinebouwer, maar ook een steenhouwer. Niet slechts een drukwerkspecialist, maar ook een lijkautoverhuurder. De begraafplaatsbeheerder en de leverancier van tijdelijke grafmonumenten. En nog anderen.De berichten over zo’n beurs -ze rollen zomaar confronterend via de krant door de brievenbus- zouden een nog maar net enigszins verwerkt verdriet kunnen verhevigen. Zeker voor wie geen Schuilplaats kent.

Wie kennisneemt van het zakelijk gebeuren op de beurs realiseert zich dat tal van mensen aan de dood verdienen. Het gebeurde ook al in de tijd van de aartsvaders. Toen Abraham zijn overleden vrouw Sara ging begraven, raakte hij in gesprek met Efron de Hethiet. De weduwnaar wilde de spelonk van Machpéla kopen om daar de gestorvene ter ruste te leggen. Eerst suggereerde Efron dat Abraham de grot gratis kreeg. Op aandringen vertelde hij de prijs: 400 sikkelen zilver. Was dat te veel? Calvijn meent dat Efron geen blaam treft. In ieder geval was ook rond het overlijden van Sara sprake van een financiële transactie.

Zoiets is ook anno 2004 begrijpelijk. Arbeid kost geld. En bewerkt materiaal eveneens. Een doodkist. Een rouwbrief. Nabestaanden kijken niet allereerst naar de kosten. Ze verlangen een teraardebestelling -of crematie- overeenkomstig hun eigen wens. Dan kan het ervan komen dat dienstverleners in een soort concurrentieverhouding geraken. Over het hoofd van de overledene heen. Zulk gedrag valt van begrafenisondernemers in de achterban van deze krant niet te verwachten.

Diverse ondernemers op die beurs blijken echter een ’hoger’ doel te hebben dan het aanbieden van sobere diensten. Er is van alles beschikbaar. Aparte en hippe rouwlimousines, een oranje auto voor de uitvaart van moslims, uitvaartmuziekwebsites en kisten van sloophout. Uitvaartverzorgers zeggen misschien eenvoudig dat er vraag naar zulk materiaal is.

Calvijn schreef in zijn commentaar op Genesis 23: „Het past ons met een krachtig gemoed de begrafenisweelde te verachten.” Christenen weten dat allerlei toeters en bellen het besef van de ernst van de dood kunnen relativeren. Bij talloze Nederlanders leeft immers geen enkel besef meer dat sterven betekent: God ontmoeten. Om rekenschap af te leggen van het doen en laten tijdens het leven.

De beurs biedt aandacht voor nieuwe technieken. Voor thanatopraxie: het conserveren van het lichaam en soms ook het wegwerken van verwondingen. En ook het invriezen van een lichaam. Na het onttrekken van het water aan het lijk, wordt het dan tot stof geschud. Niet een van zulke behandelingen is gelijk. Elk vraagt een aparte beoordeling. Maar terughoudendheid is op haar plaats.

De dood valt letterlijk te verbloemen. Door een kist te bedelven onder bloemstukken. En figuurlijk: door de realiteit van het sterven minder schokkend te maken. Soberheid zou voor commercie niet mogen wijken. Om Jezus’ wil kan er toch ook bij een eenvoudige kist grote vreugde leven.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer