Commissie–Duivesteijn „optimistisch
De commissie–Duivesteijn heeft vrijdag een punt gezet achter drie weken hoorzittingen. De vijf leden gaan nu aan de slag met het opstellen van een rapport en nog belangrijker een ’toetsingkader’ of een set criteria voor grote infraprojecten. De Tweede Kamer zou zo meer greep moeten krijgen op toekomstige projecten, met voorop de Zuiderzeelijn.
Commissievoorzitter Duivesteijn (PvdA) toonde zich vrijdag „optimistisch". De verzamelde informatie biedt „een waaier van mogelijkheden" om tot kostenbeheersing te komen, stelde hij.
Tijdens de hoorzittingen stonden immers de kostenoverschrijdingen bij twee grote spoorprojecten, de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn HSL–Zuid, centraal. De Tweede Kamer werd twee jaar geleden onaangenaam verrast door de toenmalige Verkeersminister De Boer (LPF) die een ’risicoreservering’ van 985 miljoen euro op zijn begroting opvoerde voor tegenvallers bij de bouw van de twee spoorverbindingen.
De Boer behoorde tot de trits ex–bewindslieden die zijn gehoord over het hoe en waarom van deze kostenstijgingen, naast (oud–)topambtenaren en deskundigen. Vrijdag waren vooral de laatsten aan het woord die de commissie ideeën aan de hand deden. Vice–president Tjeenk Willink van de Raad van State sloot de rij.
Een vertegenwoordiger van de Algemene Rekenkamer pleitte voor een eigen controlebureau voor de Tweede Kamer om de stortvloed aan informatie van ministeries over grote projecten te kunnen ziften. Die informatievoorziening rammelt momenteel aan alle kanten.
De man van de Rekenkamer, oud–CDA–Kamerlid De Jong, gaf als goede voorbeeld van zo’n controlebureau het Amerikaanse Congressional Budget Office.
Volgens hoogleraar bestuurskunde Teisman zou de Kamer een meer sturende rol op zich moeten nemen. Hij stelde dat bij gebrek aan specialistische kennis de Kamer niet als een gelijkwaardige sparringpartner kan optreden van het kabinet dat een heel ambtenarenapparaat achter zich weet.
Ondanks dat de getuigen, zoals wel gebeurt bij een parlementaire enquête, niet onder ede stonden, was commissievoorzitter Duivesteijn best tevreden. „Ik heb Kok nog nooit zo open horen spreken." Eind vorige week hoorde de commissie de oud–PvdA–premier over de besluitvorming rond de HSL–Zuid in 1996.
Koks optreden draaide om een aanvaring met de PvdA–fractie, die destijds in een motie samen met D66 een ander tracé bepleitte dan dat van het kabinet door het Groene Hart in Zuid–Holland. Kok ontkende glashard dat hij toen zijn partijgenoten had gedreigd met een kabinetscrisis als de motie niet van tafel ging. PvdA–Kamerlid Van Heemst had dat een dag eerder in kleurrijke bewoordingen verteld aan de commissie.