Meer 15-jarigen hebben moeite met lezen
De groep leerlingen die moeite heeft met lezen groeit. Een kwart van de 15-jarigen is onvoldoende geletterd om mee te kunnen komen in de maatschappij. Dit staat in het rapport ”De staat van het onderwijs 2020”, dat woensdag werd gepresenteerd.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat 24 procent van de 15-jarige leerlingen niet in staat is de hoofdgedachte uit een tekst te halen. In 2003 gold dit nog voor 11 procent van de leerlingen. Dit betekent dat ze een bijsluiter, een brief van de overheid of van school niet goed begrijpen. Dit geldt vooral voor vmbo-leerlingen en voor leerlingen met lager opgeleide ouders, staat in het rapport.
De afname van de leesvaardigheid lijkt op bijna alle niveaus in het onderwijs te spelen. Ook de groep excellente lezers wordt kleiner.
Behalve in het praktijkonderwijs neemt het leesplezier op alle niveaus van het voortgezet onderwijs af. Ongeveer 60 procent van de leerlingen leest alleen als het moet of om informatie op te zoeken en 40 procent vindt lezen tijdverspilling. Van de 15-jarigen vindt een op de drie zichzelf geen goede lezer. Dat is in de schoolcarrière te merken, schrijft de inspectie: „Onze inspecteurs krijgen signalen dat mbo- en ho-opleidingen veel aandacht moeten geven aan het wegwerken van taal- en rekenachterstanden bij sommige studenten. Expliciete aandacht in het curriculum voor leesonderwijs en een doorgaande lijn tussen de onderwijssectoren zijn nodig om de leerlingen voldoende te kwalificeren voor deelname op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.”
Meer havo- en vwo-leerlingen In het rapport staat ook dat in de afgelopen decennia het percentage leerlingen dat havo of vwo volgt fors is gestegen. In het midden van de jaren tachtig volgde 24 procent van de derdejaars havo of vwo. In 2019 verliet bijna de helft van de leerlingen (ruim 46 procent) het voortgezet onderwijs met een havo- of vwo-diploma. Het aantal leerlingen in het speciaal en het voortgezet speciaal onderwijs is in 2019 opnieuw gestegen, met bijna 1400 leerlingen.
De publicatie van het rapport valt samen met de coronacrisis, waarbij de meeste leerlingen thuisonderwijs volgen. Leraren hebben daar hun handen vol aan, schrijft de inspecteur-generaal. „Daarom is dit niet het moment om het gesprek te voeren over wat de inhoud van deze publicatie betekent voor het onderwijs.”