Orkaan Ivan
Schade-experts in het Caraïbisch gebied en in het zuiden van de Verenigde Staten kunnen het werk niet aan. Terwijl ze nog maar net zijn begonnen met het inventariseren van de vernielingen die de orkaan Ivan heeft veroorzaakt, ontwikkelt zich reeds de volgende tropische wervelstorm. Dat wordt dan de tiende dit jaar.
Het is een statistisch gegeven dat het aantal orkanen in Midden-Amerika de laatste decennia gestaag toeneemt. Een eeuw geleden was een wervelstorm nog zo bijzonder dat bewoners in het gebied hun levensgeschiedenis indeelden door te spreken van ”voor de storm” en ”na de storm”. Dat kan vandaag de dag zeker niet meer, met jaarlijks meer dan tien orkanen.
Wetenschappelijk staat vast dat deze ontwikkeling alles te maken heeft met de opwarming van de aarde. Dat heeft tot gevolg dat de temperatuur van het zeewater stijgt. Wanneer die boven de 26 graden Celsius komt, kunnen tropische wervelstormen ontstaan. De frequentie waarmee orkanen en cyclonen zich manifesteren, laat zien dat er echt iets ingrijpends aan de hand is.
Bijna niemand wil dat laatste ontkennen, maar met name de politiek en een groot deel van het internationale bedrijfsleven negeren het veelal wel. Het is al weer zeven jaar geleden dat tijdens de klimaatconferentie in Kyoto afspraken zijn gemaakt tussen landen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Een mooi, bemoedigend resultaat noemden de onderhandelaars dat toen. Maar wat is er sindsdien werkelijk gebeurd? Niets!
De afspraken zijn wel gemaakt, maar worden (nog) niet gehouden. Erger, voorname industriestaten zoals de VS en Rusland hebben nog niet eens een handtekening gezet onder het verdrag van Kyoto. Het enige wat ze tijdens de klimaattop hebben gedaan, is mondeling hun instemming met de overeenkomst uitspreken. Lippendienst dus. Maar het gaat om daden.
Daar komt bij dat het verdrag weliswaar de totale uitstoot van broeikasgassen op de wereld wil terugdringen, maar de individuele landen de mogelijkheid laat om op de oude voet door te gaan. Elke staat heeft immers een quotum toegewezen gekregen. Wanneer een land daarboven komt, hoeft dat geen probleem te zijn. Het kan namelijk een deal sluiten met een staat die zijn deel niet volledig heeft verbruikt. Door dat ongebruikte gedeelte te kopen, kunnen grote vervuilers aan boeteregelingen ontsnappen.
Een dergelijke constructie brengt uiteindelijk weinig verandering in de houding van overheden. Als je maar voldoende geld hebt, koop je een moderne aflaat en kun je de straf ontlopen.
Voor het rijke Westen reduceert de klimaatproblematiek op die manier tot een zaak van dollars en procenten. Voor bijvoorbeeld de Sahellanden, de armere staten in Midden-Amerika en de eilandbewoners in de Stille Oceaan is milieuzorg daarentegen een kwestie van overleven.
En om dat punt gaat het. Beperking van de uitstoot van broeikasgassen is dienst aan de schepping, aan onze medemens en aan onze kleinkinderen. Het gaat nu meer om te bewaren dan om te bouwen. Om de aarde leefbaar te houden. Daarom is van belang dat op de aanstaande klimaatconferentie in Buenos Aires, komend najaar, eindelijk eens daden worden getoond.