Wijsmakende tucht
Spreuken 29:15a
„De roede en de bestraffing geeft wijsheid.”
God dwingt ons om te leren. „De roede en de bestraffing geeft wijsheid” (Spreuken 29:15). Hij geeft beproeving en dat maakt ons bereid om te leren. We geven ons verzet tegen het leren op. We worden ons bewust van onze onkunde. We zoeken onderwijs van boven. God begint Zijn onderwijzend werk. Licht stroomt aan alle kanten naar binnen. We groeien verbazingwekkend veel in kennis. We leren nu de betekenis van woorden die we tot nog toe alleen als bekende klanken hadden gebruikt. De Schrift schijnt voor ons met een nieuwe glans en haar licht schijnt in ons naar binnen. Elk vers lijkt een zonnestraal te bevatten, donkere plaatsen worden licht, elke belofte komt in een verlichte glans naar voren en dingen die moeilijk te verstaan waren, worden ineens duidelijk.
Wat leren we snel in een tijd vol moeite! Het is alsof aanvechting onze krachten heeft wakker geroepen en ze een nieuwe snelheid van waarneming heeft gegeven. We komen in één dag verder in de kennis van de Schrift dan in jaren daarvoor. We leren „psalmen in de nacht” (Job 35:10), hoewel zulke muziek voor ons eerder onbekend was. Een diepere ervaring neemt ons mee in de diepten van de Schrift en toont ons haar verborgen wonderen. Luther zei vaak: „Zonder de aanvechting zou ik de Schrift niet verstaan.” En elke beproefde gelovige bevestigt dit, omdat hij de waarheid ervan ondervonden heeft.
Horatius Bonar, predikant te Edinburgh (”Vaderlijke kastijding”, 1847)