UWV-artsen: Oordeel zonder echt spreekuur vaak niet mogelijk
Het is voor de verzekeringsartsen van het UWV vaak niet mogelijk om hun cliënten te beoordelen zonder ze persoonlijk te ontmoeten. Om coronabesmetting te voorkomen moeten ze zich nu behelpen met formulieren en de telefoon. Maar zo kunnen er meestal geen goede besluiten over de arbeidsongeschiktheidsuitkering worden genomen, zegt voorzitter Wim van Pelt van de vakorganisatie van verzekeringsartsen bij UWV na een bericht in Trouw. Hij wijst erop dat de artsen over weinig medische informatie van hun cliënten beschikken en het nogal eens moeten doen met alleen maar wat gegevens van de bedrijfsarts. Met name bij gewrichtsklachten is het op afstand amper te bepalen wat een cliënt aan werk kan verrichten. Als iemand met bijvoorbeeld een nieuwe heup na twee jaar nog zegt dat hij of zij niet kan werken, dan moet dat toch tijdens een echt spreekuur worden vastgesteld.
Als ontmoetingen niet kunnen, moeten er maar voorlopige uitkeringen worden verstrekt totdat de crisis voorbij is en er weer echte spreekuren kunnen worden gehouden, vindt Van Pelt. Volgens het UWV is het beoordelen op basis van aanwezige informatie en gesprekken via de telefoon of door middel van een vorm van videobellen „natuurlijk niet de ideale situatie”, maar kan zo in veel gevallen toch een goede beslissing worden genomen. Als dat niet lukt, wordt er nog een adviseur bij gehaald. Blijkt een deugdelijk oordeel dan nog niet mogelijk, dan wordt er een voorschot betaald tot er weer een persoonlijk gesprek kan plaatshebben. Voorschotten komen vaker voor. Mocht de klant later onvoldoende arbeidsongeschikt blijken voor een uitkering, wordt dat bedrag ook nu later verrekend.