Boven bidden of denken
Efeze 3:20
„Hem nu Die machtig is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht die in ons werkt.”
Als ik ziek op bed lig, kan men zeer liefdevol voor mij zorgen, kan ik op een kundige wijze worden verpleegd en kan er zeer trouw over mij worden gewaakt. Waarschijnlijk word ik ook zoet vertroost door deze onvermoeibare zorg. Als de kracht om te genezen er is, de kracht die alle ziekten hun greep doet verliezen, de kracht die doden zou kunnen opwekken, dan weet ik zeker dat alles goed is. Het is een zegen en troost om te bedenken dat Gods krachtige tucht in en aan ons werkt! Gods behandeling zal zeker gelukken. Zij kan niet mislukken. Zelfs niet in de moeilijkste situaties en zelfs niet met betrekking tot de kleinste dingen. De machtige kracht van God werkt in en aan ons. Dát is onze troost. Een oneindige kracht houdt ons in zijn greep en niets kan zijn druk weerstaan. In Gods tucht is alles liefde, alles is wijsheid, alles is trouw, maar alles is ook kracht. Zelfs de mogelijkheid van mislukking is daarmee weggenomen. Als deze kracht er niet was, dan was er geen zekerheid dat we de zegen zouden ontvangen. En als deze zekerheid er niet was, hoe arm en beperkt zou onze troost dan zijn! Hij, ja, Hij Die ons kastijdt is „machtig meer dan overvloedig te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt” (Efeze 3:20).
Horatius Bonar, predikant in Edinburgh
(”Vaderlijke kastijding”, 1847)