Studenten vragen meer duidelijkheid over coronaregels
Bewoners van studentenhuizen willen meer duidelijkheid over de coronaregels waar ze zich aan moeten houden. In een brief aan het Veiligheidsberaad van burgemeesters beklagen de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en lokale studentenorganisaties zich erover dat veel verwarring bestaat over de regels.
Ze maken zich zorgen over het risico dat ze in eigen huis beboet kunnen worden als ze geen anderhalve meter afstand tot elkaar bewaren. Ze vinden dat studentenhuizen aangemerkt moeten worden als huishouden, omdat de bewoners gebruikmaken van allerlei gezamenlijke voorzieningen en het praktisch dus vrijwel onmogelijk is om elkaar te ontlopen. Als studentenhuizen als huishouden worden beschouwd, is de verplichting om afstand te houden niet van toepassing.
„Het lijkt ons ondoenlijk en ook onwaarschijnlijk dat het de bedoeling is om studenten in hun eigen huis op samenscholing te beboeten”, schrijven de organisaties aan voorzitter Hubert Bruls van het Veiligheidsberaad. Bruls is tevens burgemeester van Nijmegen.
De studenten zeggen dat al op diverse plaatsen studenten die in hetzelfde huis wonen zijn beboet omdat ze buiten te dicht bij elkaar zaten. Ze pleiten voor „uniforme richtlijnen”, zowel voor binnen als voor buitenruimtes als balkons en tuinen.
Bruls begrijpt dat studenten zich zorgen maken over mogelijke boetes omdat ze in huis onvoldoende afstand houden, meldt een woordvoerster van het Veiligheidsberaad. „Daar is het verbod op groepsvorming echter niet voor bedoeld. Dat verbod geldt voor de publieke ruimte. Net als voor anderen geldt in de publieke ruimte voor drie of meer studenten de verplichting om 1,5 meter afstand te houden.”
De noodverordeningen bevatten een uitzondering voor mensen die een ‘gezamenlijke huishouding’ vormen. „Die uitzondering is bewust beperkt gehouden: ze geldt alleen voor echtgenoten, geregistreerde partners of andere levensgezellen en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij op één adres woonachtig zijn.”