Mensen te laat naar de dokter door no-claim in de zorg
Als minister Hoogervorst de onrechtvaardige no-claimregeling wil invoeren, laat hem dan ten minste de huisarts erbuiten houden, bepleiten drs. Gerrie Abrahamse en drs. Theo Brand
. Met een regelmatig bezoek aan de huisarts raken mensen hun no-claim kwijt. Minister Hoogervorst wil een no-claimregeling invoeren en het bezoek aan de huisarts niet ontzien in deze regeling. De minister slaat hiermee een advies van de Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) in de wind.
Wel kosten, geen baten
De no-claimregeling betekent dat mensen die minder dan 250 euro per jaar aan zorgkosten maken, het overgebleven deel achteraf terugkrijgen. Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen met een zorgvraag weten bij voorbaat dat ze dit geldbedrag nooit terug zullen zien. Dit is buitengewoon wrang, omdat ze wel meebetalen aan de premieverhoging om de no-claimregeling mogelijk te maken. Gezonde mensen worden beloond, terwijl mensen met een terechte zorgvraag daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen.
Niet de zorg voor zieke mensen, maar misbruik van voorzieningen is het vertrekpunt van de minister. Het geeft te denken dat kostenbeheersing, hoe belangrijk ook, voor onze minister van Volksgezondheid urgenter is dan betaalbare zorg voor álle burgers.
Alsof de regeling nog niet onrechtvaardig genoeg is, wil de minister dat een bezoek aan de huisarts meetelt voor de no-claim. De minister baseert zich op diverse elementen uit adviezen die passen bij het enige beleidsdoel: snoeien in de zorg. De minister vindt dat financiële prikkels wel degelijk effect hebben op het gebruik van de zorg. Hij verwijst naar de duizenden opzeggingen als gevolg van de verhoging van de eigen bijdrage in de thuiszorg.
Geen goed instrument
De Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) maakt een heel andere analyse. Uit het advies van de raad wordt duidelijk dat het niet klopt dat de meeste patiënten van alles willen omdat het niets kost. De no-claimregeling is volgens de RVZ geen goed instrument om „gepast zorggebruik” te bevorderen. De RVZ komt terug op eerder ingenomen standpunten. De minister gaat voorbij aan het feit dat voortschrijdend inzicht kan leiden tot nieuwe beleidslijnen.
Door de no-claim wordt wellicht bepaalde ’overconsumptie’ in de zorg door bepaalde groepen tegengegaan. Maar tegelijk wordt ’onderconsumptie’ gestimuleerd. Dat betekent bijvoorbeeld dat mensen met een krappe beurs te laat naar de dokter gaan. Dat de houdbaarheid van het zorgsysteem op lange termijn in het geding komt, zoals Hoogervorst beweert, wordt door de RVZ niet ondersteund.
Uit het recente rapport ”Ouderen nu en in de toekomst” (2004) van SCP en RIVM komt naar voren dat schrappen van de huishoudelijke zorg uit het pakket op korte termijn leidt tot besparing, maar op langere termijn juist tot hogere kosten. Reden: mensen zonder huishoudelijke zorg moeten op de langere termijn juist gebruikmaken van duurdere zorgvormen, bijvoorbeeld in zorginstellingen.
De RVZ pleit voor betere informatie als mensen zitten met de afweging al dan niet een arts te raadplegen, zoals een website en een callcenter.
Geen direct antwoord
De minister wil een zogenaamde portalorganisatie ontwikkelen om mensen minder snel naar de huisarts te laten gaan. Deze is bereikbaar via internet, telefoon en misschien via bemande loketten. Probleem is echter dat dit geen direct antwoord biedt op de vraag of een zorggebruiker bij bepaalde symptomen al dan niet een huisarts moet raadplegen.
Een persoonlijk contact met de huisarts wordt in de plannen van Hoogervorst niet meer genoemd. Een onderzoek (door ARGO) wijst echter uit dat ouderen met name een persoonlijk contact met de huisarts van groot belang vinden. Daarnaast vangt de gehele eerstelijnszorg, waarin de huisarts een grote plaats inneemt, ongeveer 99 procent van de vragen op. De huisarts is dus van wezenlijk belang en daar past geen drempel tussen.
Een belangrijk argument voor de minister om te kiezen voor de no-claimregeling is dat het eigen risico grotere nadelen heeft voor mensen die vaker een beroep moeten doen op een arts. De PCOB vindt beide regelingen principieel onjuist. De no-claimregeling moet oneigenlijk gebruik tegengaan (en dat is prima), maar treft mensen die eenvoudigweg zorg nodig hebben en daarin geen keuze kunnen maken.
De mensen met een krappe beurs die vaak gebruik moeten maken van de zorg, moeten niet klagen maar dragen. Dat is althans de boodschap van minister Hoogervorst. De PCOB vindt dat niet acceptabel. De last van de premieverhoging, het zelf betalen van zelfzorggeneesmiddelen en andere eigen bijdragen vormen een te grote last voor mensen met alleen AOW en eventueel een klein aanvullend pensioen.
Om voor een (gedeeltelijke) compensatie achteraf in aanmerking te komen, moeten zij formulieren invullen en loketten opzoeken. In de praktijk betekent dit dat ouderen vaak de weg niet vinden en dus geen gebruikmaken van de compensatiemogelijkheden. Het kabinet laat deze groep ouderen lelijk in de steek.
Drs. Gerrie Abrahamse en drs. Theo Brand zijn respectievelijk beleidsmedewerker zorg en voorlichter bij de Protestants Christelijke Ouderenbond (PCOB).