Gesteggel om steun aan de pomp
Met argusogen volgen pomphouders in de grensstreek de verrichtingen van Brussel. Den Haag zou 450 tankstations ten onrechte elk 100.000 euro (220.000 gulden) steun hebben gegeven. De Europese Commissie wil daarom deze bijdrage binnenkort waarschijnlijk terugeisen. Mét boeterente. Tot grote frustratie van de exploitanten. „Dit is puur belachelijk. Den Haag moet zich in een hoekje gaan zitten schamen.”
In het hart van Winterswijk, pal tegenover het NS-gebouw, staat een glimmend tankstation. Drie tankunits, 24 slangen en een shop. Dertien camera’s houden een oogje in het zeil. Amper een jaar geleden heeft directeur Hans Mennink zijn Esso-pomp voor 1,6 miljoen euro (3,5 miljoen gulden) verbouwd. Daarmee voldoet het verkooppunt aan de nieuwste milieunormen.
De shop is bij die gelegenheid uitgebreid van 48 naar 130 vierkante meter. De vitrine naast de kassa is gevuld met broodjes uit de keuken van Delifrance. De verkoop loopt gesmeerd. Links achterin lijken twee stellingen met suiker, Robijn, pindakaas, luiers, bami, thee, schoonmaakmiddelen en fruit regelrecht te zijn weggelopen uit een supermarkt.
Bijna dertig jaar exploiteert de familie Mennink op deze plek een tankstation. Van vader op zoon. Ogenschijnlijk niets mis mee. Toch is de situatie in Winterswijk minder rooskleurig dan ze lijkt. Op 7 kilometer afstand bevindt zich de Duitse grens. Collega’s in het land van de oosterburen vragen maar liefst 6 eurocent (13,2 cent) minder voor een liter euro.
De hoge brandstofprijzen in Nederland worden veroorzaakt door zware accijnzen. Begin jaren ’90 heeft Kok het beruchte kwartje van Kok ingevoerd. In 1997 is daar nog eens een extra heffing van 5,4 eurocent (12 cent) bovenop gekomen. De heilige koe als de bekende melkkoe.
De extreme prijsverhogingen zijn niet zonder gevolgen gebleven. Automobilisten wippen massaal de grens over om hun tank vol te gooien. Door het kwartje van Kok is de pomphouder uit Winterswijk 34 procent van zijn omzet kwijtgeraakt. Door de heffing van 1997 zijn de brandstofverkopen nog eens 10 tot 12 procent verder ingezakt.
„Je springt uit je vel. Dit is puur belachelijk. Maar Den Haag is doof voor onze problemen. Kok is bijna weg, die ligt niet meer wakker van brandstofprijzen. Af en toe krijg je hier echt zo’n Don Quichotte-gevoel. Oneerlijke concurrentie kun je met goed ondernemerschap niet bevechten.”
Om de tankstationexploitanten in de grensstreek enigszins tegemoet te komen, heeft Den Haag bij de laatste acijnsverhoging zo’n 450 pomphouders elk een bedrag van 100.000 euro steun beloofd. Voor de Tweede Kamer was de steunmaatregel voorwaarde om met de tariefsverhoging in te stemmen. Mennink heeft inmiddels -uitgesmeerd over drie jaar- zijn 100.000 euro ontvangen.
Tot grote woede van de tankstationhouders aan de rand van Nederland dreigt de Europese Commissie de subsidieregeling terug te draaien, omdat Den Haag zich niet aan de regels heeft gehouden. Want niet de exploitanten profiteren van de regeling, maar de oliemaatschappijen, aldus Brussel.
Shell, Esso, BP en andere maatschappijen zijn vaak contractueel gedwongen hun pomphouders financieel te steunen bij benzineoorlogen. Door deze clausule ziet Brussel de oliemaatschappijen als feitelijke ontvanger van de subsidies. Maar door de Nederlandse overheidssteun kunnen de grote maatschappijen hun geld lekker in de knip houden. Volgens Brussel hadden zij moeten meebetalen aan het prijsverschil als gevolg van de invoering van het kwartje van Kok. Daarom staat de steun momenteel op losse schroeven.
Tot ongenoegen van de pomphouders. „Deze steun was keihard nodig. De inkomensderving was nog vele malen groter”, zegt Mennink. „Brussel legt nu met het terugvorderingsbesluit de bal bij de pomphouders en de maatschappijen. Maar daar is het niet misgegaan. Den Háág heeft gigantisch geblunderd en een ondeugdelijke regeling in het leven geroepen. Daar moeten ze het oplossen.” Voor Mennink is de oplossing eenvoudig. „Het kwartje van Kok eraf. Direct.”
De kwestie is voer voor juristen. Oliemaatschappijen, de belangenvereniging van tankstations (Beta) en individuele pomphouders hebben al juridische stappen ondernomen. Mennink, tevens bestuurslid van Beta, heeft inmiddels een 6 tot 7 centimeter dik dossier aangelegd over de subsidieregeling. „Het is afwachten wat het gaat worden.” Zijn gezicht voorspelt weinig goeds.
Bovag-woordvoerder Rob Boon schat de situatie iets minder somber in. „Wij verwachten dat zo’n tien tot vijftien pomphouders de dupe worden van het besluit uit Brussel. Dat zijn de mensen die zonder clausule in hun contract verscheidene tankstations exploiteren. Het zijn uiteindelijk vooral de oliemaatschappijen bij wie het geld zal worden teruggevorderd.”