Kerk & religie

Kind heeft geestelijke gemeenschap nodig

In onze traditie is het gebruikelijk dat de doop bediend wordt in het midden van de gemeente. De gemeente is daarvan getuige. Zo is het kind in zekere zin ook ”kind der gemeente” geworden.

Ds. A. A. F. van de Weg
10 April 2020 16:50Gewijzigd op 16 November 2020 18:53
Stanley Hauerwas is met hart en ziel overtuigd van het belang van relaties in de christelijke vorming. beeld DJD
Stanley Hauerwas is met hart en ziel overtuigd van het belang van relaties in de christelijke vorming. beeld DJD

Dit publieke gebeuren behelst onder andere het stellen van doopvragen aan de ouders, voordat het kind ten doop wordt gehouden. Uiteraard zijn de ouders eerstverantwoordelijke in de opvoeding van hun kinderen, maar een grotere gemeenschap kan helpend zijn bij de vorming van kinderen. Daarvan is ook de bekende prominente ethicus Stanley Hauerwas overtuigd.

Het boek ”Brieven aan mijn peetzoon” is een demonstratie ervan. Het bevat vijftien brieven die hij geschreven heeft in de periode 2002-2017 aan zijn peetzoon Laurie Wells, zoon van de theoloog Samuel Wells. Vanuit een geestelijke vriendschap vroegen vader en moeder Wells aan Stanley Hauerwas of hij peetvader van hun zoon Laurie wilde worden en in die hoedanigheid koos Hauerwas ervoor ieder jaar een brief te schrijven over een van de christelijke deugden. Het woord ”deugd” heeft oude papieren en wordt soms ook in de Schrift gebruikt als ”vrucht van het geloof” (bijv. 2 Pet. 1:5). Stanley Hauerwas kan met recht een hedendaagse theologische deugdethicus genoemd worden met nadrukkelijke aandacht voor karaktervorming.

Deugden

Ethiek is voor Hauerwas hetzelfde als diepgaande bezinning op het christelijk leven. Dat legt hij in de brieven aan zijn peetzoon uit aan de hand van klassiek-christelijke deugden als vriendschap, nederigheid, soberheid, hoop en standvastigheid. Hier en daar doen de brieven denken aan de fijnzinnige boeken die de oorspronkelijke denker Romano Guardini schreef (bijv. ”Brieven over levensvorming” en ”Meditaties over deugden”).

Op een prikkelende, tegendraadse en originele manier schrijft hij brieven vol diepzinnige levenswijsheid aan een jong en opgroeiend kind, waarbij hij geregeld openhartig laat merken dat hij zelf als oudere man nog altijd leert. Het is alleen al een genot om tijdens het lezen van de brieven je te verwonderen over de betrokkenheid en toewijding waarmee Hauerwas als een 21e-eeuwse C. S. Lewis schrijft. Zo deed C. S. Lewis in zijn brieven aan kinderen het ook. Stiekem ben je ook wel nieuwsgierig hoe Laurie als opgroeiende jongen gereageerd zal hebben op deze brieven, maar daar kunnen we slechts naar gissen. De vijftien brieven zijn een getuigenis van een man die met hart en ziel overtuigd is van het belang van relaties en verbindingen in de christelijke vorming. En daarin ligt wat mij betreft de belangrijkste waarde van dit boek.

2020-04-09-katDO8-Peetzoon-0,5-FC_web.jpg

Vernieuwing

Hauerwas ziet een taak weggelegd voor de christelijke gemeente als ”community of character”, waarbinnen wederzijdse verantwoordelijkheid leidend is. Het christelijk leven is geen pakket regels en principes, maar een ”vernieuwing van denken” (Rom. 12:1). Naar zijn diepe overtuiging werkt Gods Geest binnen relaties vernieuwend. Die vernieuwing komt hierin uit dat in relaties ook karakters gevormd worden.

Wie meer van Hauerwas gelezen heeft, weet dat hij kritisch is op de traditionele ethiek, omdat ze de gemeente als morele gemeenschap onvoldoende waardeert. Ik vraag me wel af of Hauerwas relaties en christelijke gemeenschappen als oefenplaatsen voor morele vorming niet overschat. Slaat Hauerwas in zijn kritiek op de traditionele ethiek niet door naar de andere zijde? Anders gezegd: heeft deugdethiek de gebodsethiek niet nodig om niet het gevaar te lopen aan zedelijke finetuning te doen?

Priesterrol

Tóch is dit boek de moeite van het lezen waard. Hauerwas laat zien dat de zorg voor de ziel wél kan varen als kinderen naast hun ouders ook oudere metgezellen leren kennen die een ”priesterrol” vervullen door namens God liefdevol en betrouwbaar nabij te zijn. Zulke identificatiefiguren zijn sprekende voorbeelden van Gods genade. In hen licht de vrucht van de Geest op. Hier ligt een taak voor ons als voorgangers. In deze toch al zo individualistische tijd zouden wij tijdens dooponderwijs, huwelijkstoerusting en prediking het belang van geestelijke karaktervorming kunnen laten zien. Als suggestie zou ik de brief van Paulus aan Titus willen noemen, waarin de relatie tussen oude en jonge christenen benoemd wordt.

Het lezen van Hauerwas’ brieven in dit coronatijdperk is een heilzame exercitie. Nu we meer dan ooit teruggeworpen worden op onszelf, licht in deze brieven het belang van het hebben van een geestelijke gemeenschap op. En dat is winst.

Brieven aan mijn peetzoon. Over karaktervorming voor grote en kleine christenen, Stanley Hauerwas; uitg. KokBoekencentrum; 156 blz.; € 16,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer