Binnenland

„Toen ik wakker werd, was het al gebeurd”

Zo lig je te slapen, zo ineens is daar de dood. Zeven mensen kwamen maandag in Frankrijk om bij een ongeval met een Nederlandse bus. „Het ging in een flits.”

J. Visscher
19 March 2002 11:44Gewijzigd op 13 November 2020 23:28
METZ - Het wrak van de Nederlandse bus die maandagochtend bij de Franse stad Metz in botsing kwam met een Italiaanse vrachtwagen. - Foto EPA
METZ - Het wrak van de Nederlandse bus die maandagochtend bij de Franse stad Metz in botsing kwam met een Italiaanse vrachtwagen. - Foto EPA

Verdwaasd kijkt een Nederlandse man in een van de gangen van ziekenhuis Bon Secours in Metz naar zijn gehavende gezicht in de spiegel. Hij loopt op krukken, om z’n hand zit verband. Langzaam loopt de man terug naar een groep andere Nederlanders, in een zaaltje onder in het ziekenhuis. Een ander heeft een grote pleister voor z’n ogen. „Ik hoorde: boem. Ik dacht: Ik moet eruit. Ik kon m’n vrouw uit de bus tillen.”

Rond drie uur maandagnacht schoot een vrachtwagen door de middenberm, frontaal op de bus met ruim zestig Nederlanders. Het ongeval gebeurde op de snelweg nabij het Noord-Franse Metz. De klap kwam hard aan en veranderde de touringcar in verwrongen staal. Zeven mensen kwamen om, onder wie de twee Italiaanse chauffeurs van de vrachtwagen. Zo’n vijftig Nederlanders raakten gewond. Enkelen zijn er ernstig aan toe.

Een van de gewonden is Karel Krijger (45) uit Dordrecht. „Ik heb heel erg geboft”, zegt hij in een ziekenhuisgang, lopend op speciaal ziekenhuisschoeisel. Krijgers vrouw en drie kinderen zijn zojuist uit Nederland overgekomen.

Krijger maakte de crash niet bewust mee. „Ik sliep, net als de meeste passagiers. Het was midden in de nacht. Toen ik wakker werd, was het al gebeurd. Ik lag samen met anderen aan de kant van de weg. Ik moet even weg zijn geweest. Ik schijn wel wat gezegd te hebben. Iets als: „Het ruikt hier naar brandstof.”

Toen de Dordtenaar bijkwam, zag hij meteen dat er „echt wel iets aan de hand was.” „De bus lag in puin, hij lag op zijn kant. Ik zag overal lichten zwaaien en mensen rennen.” In de berm begon Krijger te zoeken naar de vrienden met wie hij een paar dagen op skivakantie was geweest. „Ik heb drie vrienden aangesproken om te zien of ze nog reageerden. Dan stel je vragen als: Ben je misselijk? Hoe voel je je nu? Gelukkig kwam er een reactie.”

Eenmaal in het ziekenhuis in Metz kreeg Karel Krijger de verhalen over het ernstige ongeval te horen. „Ik hoorde dat onze bus door een vrachtwagen ineen is gedrukt. Nu pas begin ik te beseffen dat er doden zijn gevallen. En dat ik veel geluk heb gehad.”

In het ziekenhuis ging de gewonde Dordtenaar zich eerst reinigen. „Toen ik me douchte, heb ik heel wat glassplinters uit mijn lijf en uit mijn haar gehaald.”

Na het douchen ging hij „een beetje eten, een beetje drinken en wat rondlopen.” Andere slachtoffers probeerde Krijger wat op te beuren. „Onderling wisselden we verhalen uit. De sfeer was natuurlijk verslagen. De één is in zo’n situatie wat emotioneler dan de ander.”

Plotseling kapt Krijger het gesprek af en holt hij de ziekenhuisgang op. Een van z’n zoontjes gaat tegen de vlakte. Meteen snellen Franse zusters toe. De jongen krijgt wat te drinken en wordt op een stoel gezet. Vader Krijger buigt zich over zijn zoontje. „Je hebt gelijk drie zusters om je heen”, probeert hij z’n zoon wat op te monteren. „Dit wordt zo’n kind allemaal even te veel.”

Rond vier uur maandagnacht meldde Krijger het thuisfront in Nederland dat hij het ernstige busongeval had overleefd. De schrik was groot. Moeder en kinderen stapten meteen de auto in op reis naar Frankrijk.

„De slachtoffers van het busongeval maken een aangeslagen indruk”, vertelt woordvoerder Janneke Stapel van Alarmcentrale Elvia op een binnenplaats van het ziekenhuis in Metz aan de verzamelde pers.

Er zijn psychologen paraat, maar de getroffenen zoeken vooral hulp en steun bij elkaar. „Veel samen praten. Daar heb je het meest aan. Dat ongeluk gaat natuurlijk voortdurend door de hoofden van die mensen. Zij alleen weten wat ze hebben meegemaakt.”

Alarmcentrale Elvia is met een medisch en een logistiek team naar Metz gekomen, legt Stapel uit. „Het medische team gaat over de verwondingen van de slachtoffers. Het logistieke team zoekt uit wie waar in welk ziekenhuis ligt.” Een rampenidentificatieteam kwam gisteren vanuit Nederland naar Frankrijk om assistentie te verlenen bij de identificatie. Lof heeft Elvia-woordvoerder Stapel voor de Franse autoriteiten. „De slachtoffers zijn heel goed opgevangen.”

Veel passagiers hebben het ongeluk niet aan zien komen, zegt Stapel. Een enkeling rook vlak voor de botsing onraad. „Net hoorde ik een jongeman zeggen dat hij in een reflex z’n handen voor z’n hoofd heeft geslagen.”

De slachtoffers in de ziekenhuizen maken een „rustige” indruk, zo is de ervaring van Stapel. „Petje af daarvoor. Ik verbaas me erover dat de mensen zo kalm zijn, al zijn ze nu natuurlijk ook in een shocktoestand.”

„Dit is verschrikkelijk”, zegt een aangeslagen Adri Hendriks, directeur van reisorganisatie Bizz Travel die de skitrip naar Frankrijk organiseerde. „Je zult maar een geliefde hebben verloren.” Hendriks heeft een dergelijk ernstig ongeval in zijn loopbaan niet eerder meegemaakt.

Het drama heeft „pertinent niets” te maken met onveilig rijgedrag van de chauffeurs van de Nederlandse bus, benadrukt Hendriks. „De tegemoetkomende vrachtwagen is door de berm gekomen. Het is zo verschrikkelijk, het was nacht, het was erg rustig op de weg. En dan dit.”

De exacte reden voor de onverwachte manoeuvre van de vrachtwagenchauffeur zal altijd in nevelen gehuld blijven, vreest Hendriks. „De enige die dat precies weet, is de Italiaanse chauffeur zelf. En die is, net als zijn bijrijder, omgekomen.”

Hendriks werd maandagmorgen om kwart over vier uit zijn bed gebeld. „Je schrikt enorm. Daarna ga je na of de standaardprocedures in werking zijn gesteld, zoals het inschakelen van de alarmcentrale.” Al snel is Hendriks vanuit Groningen de auto ingestapt, op reis naar de plaats van het ongeval. „Zo’n reis valt niet mee. Je hoort allerlei berichten, maar hebt nog geen 100 procent zekerheid over de precieze gang van zaken.”

Het 25-jarig huwelijksjubileum van Tiny Vesters uit het Brabantse Uden is op een drama uitgelopen. Samen met z’n vrouw, twee dochters en de vrienden van de dochters raakte hij gewond. Drie van hen zijn er dermate ernstig aan toe dat ze voorlopig in het ziekenhuis moeten blijven. Vesters zelf is er het slechtst aan toe, zo vertelt zijn broer Marcel, die in allerijl naar Metz is afgereisd. „Mijn broer lijdt veel pijn.” De man heeft longklachten, borstletsel en een scheenbeenfractuur. De zes Brabanders sliepen allemaal toen de bus werd geramd. Marcel Vesters: „Het is allemaal in een flits gebeurd.”

Tegen zes uur maandagmiddag daalt een mistroostige regen neer. Oude Fransmannen, met leunstokken en gehavende gezichten, schuifelen over de binnenplaats van het ziekenhuis. Ambulances rijden af en aan in het monumentale centrum van de Franse stad. Zo af en toe komt een auto met Nederlands nummerbord langsrijden. Cameraploegen gaan er in slagorde achteraan. Veruit de meeste Nederlandse overlevenden, de een op krukken, de ander onder de schrammen, hebben geen enkele behoefte aan gesprekken met de pers.

Drie uur later zijn vrijwel alle camera’s van de ziekenhuisbinnenplaats verdwenen. Voor de slagbomen bij de uitgang staan politiemensen bij witte motoren. Ze zullen een tiental rode ambulancebussen met daarin de Nederlandse overlevenden begeleiden naar het nabij gelegen vliegveld. Pal tegenover het ziekenhuis, midden in het centrum van Metz, staat een torenhoge pilaar met daarbovenop een bekend symbool. Een kruis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer