NMa kan grote bouwconcerns hard aanpakken
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft zwaar belastend materiaal in handen bij haar onderzoek naar bouwfraude. Zij beschikt over verslagen, waaruit blijkt dat zes grote bouwconcerns al geruime tijd voor aanbestedingen van grote projecten vergaande afspraken maakten over de verdeling van dit werk.
Dat zei GroenLinks–Tweede–Kamerlid Vos woensdag voor de commissie–Duivesteijn, die onderzoek doet naar de besluitvorming rond de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn van Amsterdam naar Brussel (HSL–Zuid).
Vos was twee jaar geleden voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie die de bouwfraude onderzocht. Zij kreeg toen de notulen onder ogen van de WO–6, overleg tussen de bouwondernemingen Ballast Nedam, HBG, Heijmans, KWS, Vermeer en BAM/NBM. Reeds in 1997 zouden de zes hebben gesproken over verdeling van werk bij de HSL–Zuid, dat pas in 1999 werd aanbesteed.
Een onderzoeker die werkte voor de enquêtecommissie en nu werkt voor de commissie–Duivesteijn, zei dat de gang van zaken in de WO–6 vergelijkbaar is met die in een ander bouwkartel, de Schiphol–8. De NMa legde na onderzoek naar de Schiphol–8 aan 22 bedrijven boetes op tot in totaal 102 miljoen euro.
Inmiddels is een regeling van kracht die voorziet in „clementie" voor bouwbedrijven die nieuwe informatie over bouwkartels aandragen bij de NMa. Bouwbedrijven die voor 1 mei van dit jaar zogeheten schaduwboekhoudingen inleverden, die duiden op verboden prijsafspraken, kunnen een verlaging van de boete krijgen als later bewezen wordt dat ze fraude pleegden. Er zijn bij de NMa 473 verzoeken om clementie ingediend. Daardoor is de vrees ontstaan dat veel bedrijven niet de straf zullen krijgen die ze eigenlijk verdienen.
NMa–topman Kalbfleisch zei hierover dat zijn organisatie „niet voor Sinterklaas" gaat spelen. Clementie is „een instrument om kartels van binnenuit neer te halen", zei hij tegen de commissie–Duivesteijn. Het is „geen schikking". De informatie die de clementieregeling oplevert, wordt betrokken bij alle onderzoek naar bouwfraude.
Kalbfleisch zei ook dat het niet de bedoeling is dat de NMa „tot in de lengte van jaren" doorgaat met lopende onderzoeken naar bouwfraude. Wel wil hij per onderneming komen tot één sanctiebeschikking. De NMa denkt over drie of vier weken rapport te hebben opgemaakt over haar onderzoek naar Betuwelijn en HSL–Zuid. De betrokken bedrijven kunnen daarop reageren.
De commissie–Duivesteijn legde eerder al bloot, dat er in 1999 geheime onderhandelingen zijn gevoerd tussen de overheid als opdrachtgever van de aanleg van de HSL–Zuid en de aannemers, hoewel toen al bij de NMa melding was gemaakt van het vermoeden van bouwfraude. Kalbfleisch zei hierover dat de NMa destijds niet tot onderzoek kon overgaan, omdat de aanwijzingen over bouwfraude van de zijde van het ministerie van Verkeer en Waterstaat toen nog te vaag waren.
De commissie–Duivesteijn hoort donderdag Netelenbos, die in 1999 minister van Verkeer en Waterstaat was.