Wijze tucht
Hebreeën 12:6
„Want die de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt.”
Zowel de tijd en de manier als het middel van Zijn tucht komt overeen met de volmaakte wijsheid van God. De meest gepaste tijd wordt gekozen, precies dat moment waarop tucht nodig is en wanneer die het meest vruchtbaar is. De meest trefzekere, meest directe en tegelijkertijd vriendelijkste methode wordt aangewend. Het middel dat het meest doeltreffend en toch veilig is, dat het meeste effect en toch de minste pijn geeft, wordt gebruikt.
In alle opzichten is de tucht van God vol van wijsheid. Het is getrouwe tucht. David zegt: „Dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt” (Psalm 119:75). Alles wordt gedaan door een getrouwe God; een God, Die trouw is aan ons én trouw aan Zichzelf. „De wonden des liefhebbers zijn getrouw”, zegt Salomo in Spreuken 27:6. Zo ontdekt ook de gelovige in moeilijke tijden de trouw van de allertrouwste Vriend.
God is zó trouw dat Hij niet voorbijgaat aan enig gebrek dat Hij in ons ziet. Hij maakt dit juist snel bekend om ervoor te zorgen dat het verwijderd wordt. Hij gaf dit gebod aan Israël: „Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen” (Leviticus 19:17). God Zelf handelt in overeenstemming met het gebod dat Hij gegeven heeft. Hij is een te trouwe Vader om de zonde in Zijn kinderen onbestraft te laten.
Horatius Bonar, predikant in Edinburgh
(”Vaderlijke kastijding”, 1847)