Opinie

Column: Er werken dertig slaven voor mijn gezin

De coronamaatregelen waren nog geen drie dagen oud of er stonden al ganzen naar me te blazen toen ik voorbijfietste. Ze hadden duidelijk niet verwacht dat ik net zo terug kon blazen en hielden dan ook beduusd op. Even later kwam er een aantal eenden zo laag overvliegen dat het me wijs leek even te bukken. Blijkbaar staat de ruimte van ganzen en eenden zo onder druk van ons dagelijks verkeer dat ze de vrijgekomen ruimte direct beginnen op te eisen.

Kundert de Wit
8 April 2020 15:52Gewijzigd op 16 November 2020 18:51
Foto: Congolese vrouw breekt met haar kind stenen uit een kobaltmijn. beeld AFP, Junior Kannah
Foto: Congolese vrouw breekt met haar kind stenen uit een kobaltmijn. beeld AFP, Junior Kannah

Ook onder onze naasten zijn er mensen die graag meer ruimte zouden willen hebben. Ruimte die wij innemen door onze manier van leven. Volgens de website slaveryfootprint.org zijn er gemiddeld zo’n dertig tot veertig slaven voor mij en mijn gezin aan het werk… Terwijl ik toch best goed oplet, dacht ik. Slavernij blijkt te variëren van ‘gratis’ schoonmaakhulpjes tot gedwongen huwelijken en dwangarbeid in mijnen of fabrieken. Het blijkt dat onze leefstijl mede mogelijk wordt gemaakt door mensen die arbeid verrichten voor geen of heel weinig geld. U kunt er namelijk voor 99,9 procent van uitgaan dat er slavenhanden gewerkt hebben aan al uw elektronische apparatuur. Breder bekende voorbeelden zijn chocolade en kleding.

De prijs van veel producten is niet voor niets zo laag dat we ons afvragen hoe het mogelijk is. Wereldwijd leven er 21 tot 45 miljoen naasten in slavernij. Velen verrichten hun arbeid in de toeleveringsketen van onze consumptiemaatschappij. In feite leven we daarmee op de pof van deze mensen. We teren in op hun inkomsten. Wanneer we bij inkopen een lage prijs verkiezen boven een keurmerk dat een waardig loon voor de arbeider garandeert, eigenen wij dit arbeidsloon toe aan onszelf. Dan ben ik dus geen dief van mijn eigen portemonnee, maar van de portemonnee van deze arbeider.

Rond de natuur en de rest van de schepping doen we eigenlijk hetzelfde. We leven op de pof van natuurlijke voorraden. Voorraden die langzamer aangevuld worden dan ze door ons verbruikt worden. Denk aan het leegvissen van de wereldzeeën en het kappen van (oer)bossen. Hetzelfde gaat op in de bio-industrie, waar ten koste van dierenwelzijn vlees geproduceerd wordt. Of intensieve landbouw waarbij ten koste van het bodemleven snelle oogsten binnengehaald worden. Of een investeringsmaatschappij die een bedrijf leegtrekt door te hoge rendementen te eisen.

Blijkbaar zijn we erop gericht om zoveel mogelijk goederen onze kant op te zuigen. We leven in grote weelde en macht en creëren een maatschappij vol technische hoogstandjes. We realiseren onze dromen, ondanks waarschuwingen over verborgen kosten. Zolang het onszelf niet persoonlijk treft, deinen we volgzaam mee op de grenzeloze golven van onze cultuur.

Juist het stellen van grenzen is nodig om significant ons leefgedrag te veranderen. Doen we dat niet, dan krijgen we te maken met catastrofale terugkoppelingen die God in de schepping heeft ingeschapen. Denk aan de relatie tussen klimaatverandering en ons leefgedrag of de ontwikkeling van het coronavirus en het eten van (wilde) dieren.

In de Bijbel staat ook een voorbeeld hiervan. De farao hield een heel volk in slavernij. Hij gebruikte het als goedkope krachten voor het realiseren van zijn bouwwerken, van zijn dromen. God hoorde het geschrei van dit volk, maar de farao wilde het niet laten gaan. Volgens diverse onderzoekers zijn de plagen in Egypte voor een deel terug te leiden tot logische opeenvolgende fenomenen uit de natuur. Mij laat dit zien dat God Zijn schepping zéér goed weet te gebruiken. Tegelijk kent God Zijn schepping zó goed dat er altijd meer mogelijk is dan wij kunnen bedenken. Als mensen zijn we, met al onze kennis, heel erg klein. Het geeft echter ook hoop en verwachting als ik vastloop met mijn technische ontwerpen. Maar ook in uitzichtloze situaties, zoals aan de Rode Zee. Wie van Israël kon bedenken dat er een pad zou vrijkomen als een oostenwind het water op een hoop blies?

Wie weet wat voor goeds het coronavirus uiteindelijk nog zal brengen voor de mens, de schepping en vooral Gods Koninkrijk.

De auteur studeerde Sustainable Energy Technology en is docent aan de opleiding Werktuigbouwkunde op het Hoornbeeck College.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer