PvdA en VVD, samen goed voor een meerderheid in de Tweede Kamer, hebben daartoe dinsdag een wetswijziging ingediend. Pronk mag alleen voor negentien milieuriskante stoffen nog een eigen beleid voeren. Voor de overige ruim 400 stoffen moet hij voortaan de Europese beoordeling volgen, die minder ver gaat dan de Nederlandse.

Nederland heeft de laatste tijd meer stoffen voor gebruik in de landbouw, schoonmaak en houtverduurzaming verboden dan Europa. De Europese Commissie meldde recent een vertraging van vijf jaar bij de beoordeling. Dat leidt tot een te groot verschil met andere landen, vindt PvdA-kamerlid Feenstra.

Bovendien zijn de kamerleden het beu dat ze steeds van reces moeten terugkeren omdat de milieubeweging door de rechter een onmisbaar bestrijdingsmiddel heeft laten verbieden. Door de nieuwe regeling kan de milieubeweging zulke zaken niet zo makkelijk meer aanspannen, verwacht Feenstra.

VVD-kamerlid Geluk spreekt van een doorbraak in het langdurige probleem van de bestrijdingsmiddelen. „Niet in het minst omdat de PvdA nu inziet dat het zo niet langer kan”, aldus Geluk.

Niet ver genoeg
Het CDA vindt de nieuwe regeling echter niet ver genoeg gaan. De fractie wil dat alle stoffen door Europa worden beoordeeld, ook de negentien milieuriskante stoffen waar PvdA en VVD nu een uitzondering voor maken. „Die fracties zijn door de knieën gegaan voor het kabinet”, aldus CDA-kamerlid Van Ardenne, die de wijziging geen echte doorbraak vindt. „Ik ben er beducht voor dat alsnog onmisbare middelen worden verboden.”

Land- en tuinbouworganisatie LTO-Nederland vindt het voorstel bij lange na niet voldoende, aldus een woordvoerder. „Een fundamentele wetswijziging is nodig.”

Maandag overlegt de Tweede Kamer met staatssecretaris Faber (Landbouw) over gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw.