Uitpraatgesprek Rutte met Spanje en Italië komt er maar niet van
Het videogesprek waarin premier Mark Rutte de wrevel van zijn Zuid-Europese collega’s over de Nederlandse bedenkingen over coronasteunmaatregelen hoopte weg te nemen, is waarschijnlijk van de baan. Eerst zijn nu de ministers van Financiën aan zet en het is maar de vraag of een uitpraattelefoontje daarna nog nodig is, zeggen ingewijden.
De ministers van Financiën van de eurozone buigen zich dinsdag over maatregelen om vooral de zwaar getroffen zuidelijke lidstaten door de coronacrisis te loodsen. Nederland stond aanvankelijk recht tegenover landen als Italië en Spanje, maar draait wat bij. Zo kunnen de voorwaarden die Nederland wil verbinden aan steun uit noodfonds ESM ook wel even wachten tot een later stadium, vindt minister Wopke Hoekstra bij nader inzien.
Dat Nederland zo de nadruk legde op harde voorwaarden aan steun aan het noodlijdende Zuid-Europa viel verkeerd in binnen- en buitenland en bij vriend en vijand. Nederland wordt een gebrek aan solidariteit verweten. Een tiental landen wil gezamenlijk schuldpapier gaan uitgeven, ‘coronabonds’, maar daar is Nederland fel op tegen.
Rutte kondigde daarop aan dat hij de zaak wilde uitpraten met zijn Italiaanse collega Guiseppe Conte en hun Spaanse ambtgenoot Pedro Sánchez. Maar daar komt het maar niet van.
Of de kou wel echt uit de lucht is, zoals het in Den Haag klinkt, of dat er wat anders spaakloopt is onduidelijk. Mogelijk staan de zuidelijke leiders er ook op dat hun collega’s van zwaargewichten Duitsland en Frankrijk aanschuiven. Dat zou een van de redenen zijn geweest waarom EU-president Charles Michel, de beoogde gespreksleider, het gesprek vorige week op het laatste moment afblies.
Een onderonsje van Rutte met Conte en Sánchez kan alsnog nodig blijken, zeggen ingewijden. Maar vooralsnog is er niets gepland.