'Sport zorgde voor afleiding van dagelijkse ellende in de oorlog'
HERDENKING BEVRIJDING
AMSTERDAM (ANP) - “Anders dan veel mensen denken was sport en sportbeoefening in de Tweede Wereldoorlog heel populair. In 1943 waren er 429.000 sportbeoefenaars in Nederland. Pas in september 1944 kwam de sport tot stilstand, toen de geallieerde bevrijders Nederland binnentrokken. Maar kort na de oorlog waren alweer 600.000 mensen aan het sporten. Zij moesten nog tot in de jaren zestig wachten voor er weer sportaccommodaties werden gebouwd.”
Dat vertelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. Zijn boek Door Wilskracht Zegevieren ligt deze week in de boekwinkels. Op de zoekwebsite Oorlogsbronnen.nl zijn vanaf maandag door hem verzamelde gegevens van ruim vierhonderd in de oorlog omgekomen Nederlanders sporters te vinden. Later volgen gegevens van duizenden andere omgekomen sporters, onder wie 2212 voetballers. Van der Vooren heeft voor zijn lijvige boek jarenlang archieven en databanken doorzocht.
"Al snel na het begin van de oorlog verbood de bezetter sportclubs voor Joden. Maar de Joden plaatsten vervolgens advertenties om samen een nieuw clubje te vormen. Dat toont wel aan hoe belangrijk sporten was. Sport zorgde voor afleiding en vertier in het bezette land. ", aldus Van de Vooren. “Zelfs in de Hongerwinter werd er nog geschaatst.”
Al direct na het uitbreken van de oorlog werd sport ingezet om militairen die in de meidagen zwaargewond raakten te laten revalideren. Onder leiding van meervoudig Olympisch paardensportkampioen Charles Pahud de Mortanges deden soldaten in Huize Kareol in Aerdenhout hun dagelijkse oefeningen. “De voorloper van de huidige Invictus Games voor gehandicapte veteranen”, zegt de sporthistoricus.
Hij vond tot zijn verbazing ook gegevens van een Duits-Nederlandse militaire voetbalwedstrijd op 23 mei 1940. “Stel je voor: de mannen die elkaar twee weken eerder beschoten, kwamen bij elkaar om een potje te ballen.” Nog zo’n opvallende vondst: in de boedel van concentratiekampen zijn Elfstedenkruisjes gevonden. Die schaatstocht is in 1940, 1941 en 1942 nog gehouden.
Van de Vooren zou zijn boek officieel presenteren bij het gebouw van de voormalige Amsterdamse Turnbond, tegenwoordig Jeugdtheater De Krakeling. Daar is in de muur een monumentje aangebracht voor de duizenden omgekomen turners. Dat gaat wegens de coronacrisis niet door. “Door corona blijven we maandenlang verstoken van sport. Toen de oorlog uitbrak duurde dat drie weken.”