Brussel zet Birmese generaals voor het blok
Nog een maand krijgt Birma (Myanmar) van de Europese Unie de tijd om de Birmese oppositieleidster en Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi vrij te laten en de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren. Is dat binnen die tijd niet gerealiseerd dan legt de EU economische sancties op aan de militaire junta. Maandag besloten de Europese bewindslieden onder leiding van minister Bot tot deze maatregel.
Een forse stap vooruit, vindt Peter Ras, coördinator van het Birma Centrum Nederland in Amsterdam. „Eindelijk is ook de EU bereid economische strafmaatregelen te nemen, al gaat men nog niet zo ver als de Amerikanen, die al eerder een totaalverbod op alle import uit Birma instelden.”
Tot nog toe nam de EU enkel politiek getinte of symbolische strafmaatregelen, zoals een visumverbod voor juntaleden, bevriezing van hun banktegoeden, een wapenembargo en een verbod op ontwikkelingssamenwerking (met uitzondering van humanitaire hulp). Nu komen daar dus economische sancties bij, waaronder een mogelijk verbod op de invoer van teakhout uit Birma, en een verbod voor Europese bedrijven om zaken te doen met Birmese staatsbedrijven.
Vooral dat laatste is van belang, zegt Ras. „Als Europees bedrijf kun je niet zomaar in Birma aan de slag, daar is samenwerking met een Birmees staatsbedrijf voor nodig. Brussel moet weliswaar al die staatsbedrijven (waarmee niet meer mag worden aangepapt) nog concreet noemen, maar ik neem aan dat daar alle grote namen bij zitten, zoals het Birmese Gasbedrijf, waar het Franse Total mee samenwerkt, en ook het houtkapbedrijf Myanmar Timber Enterprise.”
Dat Frankrijk niet zijn veto heeft uitgesproken over de besluiten van maandag, is vanwege de grote belangen van Total in Birma, opmerkelijk. Ras: „Frankrijk heeft de zaak niet getorpedeerd, en daar zijn we heel blij mee. We stonden al klaar om in vijftien landen demonstraties te gaan houden voor de poorten van Franse ambassades.”
Een mogelijk verbod op de invoer van teakhout behoort ook tot de mogelijkheden als in Rangoon geen gehoor wordt gegeven aan de oproep tot meer politieke vrijheid en respect voor mensenrechten vanuit Brussel. En ook dat zou zoden aan de dijk zetten, weet Ras. „Teakhout is na gas de belangrijkste inkomstenbron voor het Birmese regime.”
Een heet hangijzer was tot voor kort de gezamenlijke top van de EU en een groot aantal Oost-Aziatische landen. Die top vindt plaats in het kader van het ASEM-overleg (ASEM: Asian European Meeting, een samenwerkingsverband tussen de Asean-landen, Japan, China en Zuid-Korea enerzijds en de EU anderzijds). De top staat voor begin oktober in Hanoi gepland en zal worden voorgezeten door premier Balkenende. Maar Asean eiste van de EU een soepele opstelling inzake de toetreding van drie nieuwe landen: Cambodja, Laos en… Birma. De redenering was dat de EU zelf ook tien nieuwe lidstaten heeft opgenomen, dus waarom zou Asean dat ook niet mogen? Probleem voor Brussel was uiteraard dat nu net Birma tot een van de toetreders behoort.
Inmiddels is op dit punt een compromis bereikt: Europa gaat ervan uit dat Birma alleen een lage vertegenwoordiger, en zelfs geen staatssecretaris, naar de top stuurt. Volgens minister Bot van Buitenlandse Zaken, en voorzitter van het overleg van EU-bewindslieden afgelopen maandag, gaan de andere Aziatische landen akkoord met deze eis.
Opgelucht over de door de EU genomen besluiten is ongetwijfeld ook dr. Sein Win. Hij is premier in ballingschap van wat officieel de ”Nationale Coalitie Regering van de Unie van Birma” heet (NCGUB), en heeft als tweede vaderland de Verenigde Staten. Sein Win was de afgelopen dagen in Nederland om te lobbyen voor harde economische sancties.
In de verte doemt echter een nieuw dilemma op, want nu al is bekend dat in 2006 Birma de voorzittershamer van de ASEM-top zal hanteren. Als er voor die tijd geen wezenlijke verbeteringen op het gebied van mensenrechten en democratische rechten zijn doorgevoerd, wacht Brussel een nieuwe diplomatieke crisis.
Nu zijn er signalen dat het regime verandering ten goede wil. In mei van dit jaar stelde de junta de Nationale Conventie in, als eerste stap van een zevenstappenplan in de richting van democratie. Vorig jaar was deze ”roadmap for democracy” al door premier Khin Nyunt aangekondigd. De conventie -waarin een aantal etnische minderheidsgroepen is vertegenwoordigd- werkt aan een nieuwe grondwet en zodra die rond is, zullen er verkiezingen worden uitgeschreven. Overigens weigerde de belangrijkste oppositiepartij, Aung Suu Kyi’s NLD, aan de conventie deel te nemen, omdat het in haar ogen helemaal geen weg richting echte democratie inhoudt. Sein Win is het daarmee eens. „Het regime wil van geen compromis weten. Men is vast van plan het eigen programma door te drukken, en dat komt erop neer dat de dominante positie van het leger grondwettelijk wordt verankerd.” Na vrijlating van Aung San Suu Kyi zal er dan ook een echte dialoog moeten komen met haar en haar partij. Er moet sprake zijn van wezenlijke democratisering, vastgelegd in een tijdpad. Zodra er een onomkeerbaar proces in gang is gezet mogen wat Sein Sin betreft sancties worden opgeheven.
Om dat te bereiken moet de pressie van Birma’s buurlanden ook niet worden onderschat, vindt Sein Win. „Alle Aziatische landen beseffen dat Birma een probleem voor hen is. De spanning tussen de EU en Asean hebben ze immers aan Birma te danken. Daarnaast krijgen landen als Thailand en China de gevolgen van de interne problemen van Birma op hun bord: vluchtelingen, verspreiding van aids en drugsoverlast. Voldoende reden om het regime tot de orde te roepen, al zullen de Aziaten niet zo ver gaan dat ze daarbij de leiding nemen. Die taak is voor de VS en Europa weggelegd.”