Een brug tussen tekst en actualiteit
Een doorlopend vers-voor-verscommentaar op het Oude Testament, zonder ingewikkelde en uitgebreide uiteenzettingen. Dat is de formule van ”De Brug”, een nieuw commentaar dat een brug wil slaan tussen de bijbeltekst en de actualiteit.
Uitgever Groen presenteert woensdag het eerste deel van de serie in het gebouw van de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Redactielid dr. E. van Staalduine-Sulman: „Het Oude Testament is een oud oosters boek, maar vormt tegelijk een groot deel van onze Bijbel. Het is bedoeling dat we zelf met de Bijbel aan de slag gaan.”
De redactieraad van ”De Brug” bestaat uit dr. H. Lalleman-de Winkel, prof. drs. J. P. Lettinga, dr. G. W. Lorein en dr. E. van Staalduine-Sulman. Een internationaal én interkerkelijk gezelschap: mevrouw Lalleman werkt aan het Spurgeons College in Londen en is baptist, dr. Lorein is evangelisch en doceert aan de ETF in Heverlee, dr. Van Staalduine is gereformeerd en doceert Oude Testament, vroeger aan de Evangelische Bijbelschool in Veenendaal en nu aan de CHE (vanwege de fusie van beide instellingen). Zij is ook onderzoeker aan de Theologische Universiteit van Kampen (ThUK). Prof. Lettinga is emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Hij geniet een zekere bekendheid vanwege zijn veelgebruikte leerboek Hebreeuws.
Volgens dr. Van Staalduine onderscheidt de nieuwe formule van ”De Brug” zich van andere kleine commentaren doordat de verklaring een vers-voor-versuitleg geeft, en niet alleen een uitleg per perikoop. „De serie wil een doorlopend commentaar geven waarbij tegelijkertijd de uitleg centraal staat. We houden in elk bijbelboek dezelfde indeling aan: eerst de historische achtergrond, de literaire opbouw en daarna het theologisch belang van het betreffende boek. Dan volgt er een uitleg per vers. We nemen het uitgangspunt in de geschiedenis zoals die zich presenteert in de Bijbel. We geven gemotiveerd onze visie, maar treden niet in discussie met andere schrijvers over ingewikkelde vragen rond redacteur- en auteurschap, of over de vraag of bepaalde gebeurtenissen wel of niet historisch zouden zijn. De geschiedenis en de tekst van de Bijbel nemen we serieus en proberen die zo goed mogelijk uit te leggen.”
”De Brug” wil de bestaande populaire commentaren niet vervangen, zoals ”Tekst voor Tekst”, ”Tekst en Toelichting” en de ”Studiebijbel voor het Oude Testament”, waarvan onlangs het eerste deel is gepresenteerd. „Dat zijn goede commentaren, die evenwel geen lopend commentaar per vers geven. We waarderen ook de vele goede wetenschappelijke commentaren die beschikbaar zijn, maar over het algemeen zijn ze te ingewikkeld voor gewone gemeenteleden. Wij hebben wel enkele verwijzingen naar overige literatuur opgenomen, maar die betreffen voornamelijk Nederlandse boeken, die uit de bibliotheek gehaald kunnen worden, of die gewoon te koop zijn. We willen een publiek aanspreken dat geen Hebreeuws kent en Nederlandstalig georiënteerd is en zelf met de Bijbel aan de slag wil. De doelstelling is dat de serie geschikt is voor persoonlijke bijbelstudie. De doelgroep is dus wat ruimer dan alleen predikanten, dat wil zeggen: we mikken op kringleiders, godsdienstleraren, catecheten, in het algemeen mensen die niet de grondtaal kennen. Vandaar dat er veel aandacht is voor de vertalingen.”
De auteurs bespreken een aantal vertalingen, zoals de Statenvertaling, de NBG-editie van 1951, de Groot Nieuws Bijbel, Het Boek, de NBV en de Willibrordvertaling. Een keuze voor een bepaalde vertaling heeft de redactie niet gemaakt, dat wordt overgelaten aan de betreffende auteur. „Soms kan hij of zij kritiek hebben op een vertaling, of de ene vertaling beter achten dan de ander. Dat is een persoonlijke afweging van de auteur.”
Ook Het Boek wordt genoemd. „Hoewel dat geen vertaling is”, erkent Van Staalduine. „Maar deze editie is bij veel evangelischen populair en via paralleledities ook bekend bij reformatorische mensen.”
Het is de bedoeling dat de serie uiteindelijk vijftien delen zal bevatten. Het eerste -en vandaag gepresenteerde- deel is deel negen. Het bevat een commentaar op Jeremía (geschreven door dr. Lalleman-de Winkel). De opzet is om elk jaar één deel te laten verschijnen. Het volgende boek gaat over Jesaja en wordt geschreven door drs. M. Buitink-Heijblom. Het laatste deel zal ongeveer in 2017 verschijnen. Soms zijn meerdere auteurs betrokken bij een commentaar, zoals in het geval van de Psalmen.
Aan de totstandkoming van de reeks zijn jaren aan voorbereiding voorafgegaan. „Er is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid. De formule moest duidelijk zijn: geen Hebreeuwse tekst, geen discussie met anderen (dat kost ook veel ruimte), het commentaar moest kort, eenvoudig en vooral niet-polemisch zijn.”
Heikele kwesties rond het Oude Testament zullen er altijd blijven, zoals ten aanzien van de schepping, de visie op Israël, de landbelofte enzovoort. „Zulke discussies worden vermeden, of bondig samengevat”, zegt van Staalduine. „”De Brug” wil een commentaar zijn voor de christelijke gemeente, niet een uiteenzetting over allerlei politieke of actuele onderwerpen. De redactieraad is ook vrij gespreid qua kerkelijke achtergrond. Wat ons bindt, is dat we orthodox en bijbelgetrouw zijn.”
De serie wordt meegelezen door een aantal externe lezers. In het geval van het commentaar op Jeremía is dat prof. dr. H. G. L. Peels en dr. P. J. Lalleman, echtgenoot van de auteur. Verder is het de bedoeling dat, wanneer iemand van baptistischen of evangelischen huize het commentaar schrijft, het dan meegelezen door iemand uit reformatorische kring, en andersom. Van Staalduine: „Zo voorkomen we eventuele eenzijdigheden. Het afzetgebied vinden we bij zowel de reformatorischen als de evangelischen. Op de CHE gebruiken we dezelfde boeken en commentaren. Dat is niet verwonderlijk: Wat ons bindt, is immers dezelfde Bijbel, die we helder en praktisch proberen uit te leggen.”