Deel in crisistijd Evangelie met anderen
Terwijl Gods vinger de wereld in paniek brengt, is diezelfde vinger tot troost voor Zijn Kerk. Die mag de wereld wijzen op het kruis van Christus. Hij heeft de plagen van God verdragen, zodat wij vrede kunnen hebben.
Als God oordelen naar de aarde stuurt, kunnen we twee grote fouten maken. We kunnen het oordeel onderschatten, door het bijvoorbeeld te negeren of door met kansberekening aan te tonen dat iets dergelijks ons logischerwijs een keer moest treffen. Maar we kunnen het oordeel ook overschatten, door dit te zien als een catastrofe waarbij alles uit de hand loopt en God gewoonweg iedereen straft. Of we overschatten het oordeel door het te idealiseren in de verwachting dat hierdoor een opwekking plaatsvindt. Beide reacties zijn overtrokken en niet in balans.
Wat zou Jezus tegen ons hebben gezegd als Hij had geleefd tijdens deze pandemie? Deze vraag stuurt ons naar de Bijbel, omdat God daardoor tot ons spreekt. Een van de behulpzame geschiedenissen hierbij is die van de tien plagen in Egypte. De focus voor nu ligt op Exodus 8. Daarin worden de tweede (kikvorsen), de derde (luizen) en de vierde (ongedierte) plaag beschreven, met als kern: „Dit is Gods vinger” (8:19).
Gebed
Gods oordelen tonen dat Hij betrouwbaar en machtig is (8:1-15): God waarschuwde iedere keer heel specifiek voordat de plaag werd uitgevoerd én Zijn woorden kwamen uit. Gods Woord is krachtig, betrouwbaar en niet tegen te houden. De Egyptenaren konden wel enkele plagen en wonderen nadoen, maar ze konden ze niet beëindigen. Hierin blijkt hoe machtig God is.
Wat kunnen wij hiervan leren?
God heeft aangekondigd de zonde te zullen straffen en Hij houdt Zijn Woord. Daarom moeten wij doen wat Hij zegt.
Wij verdienen veel grotere oordelen. Denk alleen al aan hoeveel kinderen er wereldwijd vermoord worden door abortus, in vergelijking met het aantal mensen die overlijden aan het coronavirus.
God kan de hele natuur gebruiken om Zijn opstandige schepselen te oordelen. De Nijl, insecten, ziekten en natuurrampen, God heeft alles tot Zijn beschikking.
Dit is nog maar een schaduw van het echte oordeel. Hoezeer de wereld ook geraakt wordt en bezorgd is door het coronavirus, dit is nog maar een zwakke schaduw van het oordeel dat aanstaande is.
- Door het gebed wordt het oordeel afgewend. God veroordeelt de zonde, maar staat tegelijk klaar om te vergeven. Uit vers 10 blijkt dat God het gebed om het oordeel te beëindigen, wil verhoren (zie 2 Kronieken 7:14). Daarom moeten we ons in deze tijd voor God vernederen, onze zonde belijden en Zijn aangezicht zoeken in gebed.
Gods oordelen verslaan het kwade (8:16-19): Het kwade is machtig. De tovenaars van Egypte konden de eerste twee plagen wel nádoen. Maar de derde plaag (luizen) stóppen konden zij niet. „Dit is Gods vinger”, moesten ze toegeven aan de farao. Toen bleek hoe zwak het kwade is in vergelijking met de almacht van God.
We weten dat God uiteindelijk het kwade zal verslaan. Hij kan en wil deze oordelen ook gebruiken om het kwaad in ons hart van de troon te stoten, door ons van onze zonde te overtuigen en vooruit te wijzen naar het grote oordeel dat komt. Daarbij zal God als het ware met één vingerbeweging het kwade van de aardbodem vegen. Maar het toont ook dat God alles wat er gebeurt onder controle heeft. Het kwaad kan niet meer bereiken dan God toelaat. Het coronavirus heeft Hij onder controle. Dat geldt ook voor de economie en de aandelenbeurzen, die nu zware klappen krijgen.
Gods oordelen zijn gericht (8:20-24): Het leek alsof God Zijn oordelen uitstortte over alle mensen in Egypte, maar Hij maakte duidelijk dat Hij Zich enkel en specifiek richtte op de Egyptenaren. De Israëlieten werden hierdoor niet geraakt. God kent degenen die van Hem zijn (2 Timotheüs 2:19) en Hij beschermt hen. Dat blijkt ook uit Psalm 91. Daarmee is niet gezegd dat gelovigen niet besmet kunnen worden met het coronavirus. Maar… terwijl Gods vinger de wereld in paniek brengt, is diezelfde vinger tot troost voor Zijn Kerk.
Verharding
Gods oordelen redden niet (8:25-32): Soms hebben we de hoop dat Gods oordelen meer mensen tot geloof zullen brengen dan het preken van het Evangelie. Het bewijs is niet bemoedigend. Farao verhardde zich alleen maar en deed alles behalve zich bekeren. Hij onderhandelde, met de bedoeling dat het volk in Egypte zou offeren (8:25) of daar vlakbij (8:28). Hij bedroog Mozes door de toezegging het volk te laten gaan, om die toezegging in te trekken zodra de plaag voorbij was (8:32). Wat moeten wij dan wel met Gods oordelen?
Ons hart niet verharden. Uit Openbaring 16:9-11 blijkt dat het zich blijven verzetten tegen God leidt tot zwaardere oordelen. In de woorden van Matthew Henry: Op degenen op wie Gods Woord en voorzienigheid geen positief effect hebben, hebben ze meestal een negatief effect.
Breng het Evangelie. Gods oordelen geven soms wél de kans om het Evangelie te delen, om te wijzen naar het kruis van Christus, waar God Hem veroordeelde in plaats van zondaren. Hij verdroeg Gods plagen, zodat wij vrede kunnen hebben.
Gods vinger redt niet. Het lichaam van Christus redt wel. Daar mogen we ook vandaag onze zekerheid en veiligheid zoeken.
De auteur is hoogleraar Oude Testament en Praktische Theologie aan het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids (VS). Dit artikel is gebaseerd op een preek in verband met de coronapandemie die hij op 15 maart uitsprak.