Opinie

Wie is de Knecht des Heeren?

Voor veel christenen is Jesaja 53 een profetie van Christus. Waarom zien de meeste Joden dit anders?

Prof. dr. M. J. Paul
2 April 2020 11:43Gewijzigd op 16 November 2020 18:46
Rashi’s uitleg van Jesaja 53, die een officiële status kreeg en doorwerkt tot in onze tijd, was een reactie op de wrede daden van de christenen tijdens de Eerste Kruistocht. Foto: glas-in-loodraam dat de Eerste Kruistocht verbeeldt. beeld iStock
Rashi’s uitleg van Jesaja 53, die een officiële status kreeg en doorwerkt tot in onze tijd, was een reactie op de wrede daden van de christenen tijdens de Eerste Kruistocht. Foto: glas-in-loodraam dat de Eerste Kruistocht verbeeldt. beeld iStock

In Jesaja 41-53 wordt vaak een knecht of dienaar genoemd. Soms wordt met deze knecht het volk Israël bedoeld, zoals in de uitdrukking „Israël, Mijn knecht” (41:8). Andere keren wordt een enkeling aangesproken met een taak ten opzichte van het volk (49:1-6). In Jesaja 53 heeft de Knecht geen gedaante dat wij Hem zouden begeerd hebben. Hij werd om onze ongerechtigheden verbrijzeld, om velen rechtvaardig te maken. In dit gedeelte gaat het over één persoon.

Wie de hoofdstukken leest, merkt dat er minstens twee knechten zijn: het volk Israël en iemand die daarvan onderscheiden is. De overeenkomst in woordgebruik maakt duidelijk dat er een relatie is. De ene Knecht handelt als vertegenwoordiger van Zijn volk. De HSV wil de lezer helpen door het verschil in vertaling tussen „dienaar” en „Knecht”, maar het nadeel hiervan is dat de samenhang niet meer duidelijk is.

In vroeger eeuwen gebruikten de Joden vaak een ”midrasj”, een verhalende toelichting van een tekst. De Midrasj Tanchuma verklaart 52:13 als volgt: „Dit is de Messias, Die hoog en verheven is, en zeer verheerlijkt.” De Targum Jonathan verklaart hetzelfde vers: „Zie Mijn Knecht de Messias zal voorspoedig zijn.” Maar alle gedeelten met betrekking tot het lijden van de knecht slaan volgens deze Targum weer op Israël.

De Joodse geleerde Pinchas Lapide (1922-1997) onderscheidt in zijn boekje ”Geen nieuw gebod” vijf verschillende interpretaties van de knecht: 1. De autobiografische uitleg: Jesaja zou zichzelf bedoeld hebben. 2. De profetische uitleg: een andere profeet, bijvoorbeeld Jeremia of Ezechiël, is bedoeld. 3. Een Bijbelse persoon kan aangeduid zijn: Mozes, Uzzia of Hizkia. 4. Soms wordt een Messiaanse uitleg gegeven. 5. De collectieve verklaring (het volk Israël).

Lapide schrijft met betrekking tot de niet-Messiaanse uitleg in het jodendom: „Dit systematisch uitschakelen van elk lijden van de Messias – in duidelijke tegenspraak tot de Hebreeuwse oertekst – heeft maar één plausibele verklaring: het geschiedde om polemische redenen met het oog op de christologie van de Vroege Kerk die Jesaja 53 tot haar beslissende schriftbewijs maakte om de zoendood van Jezus oudtestamentisch te funderen.”

In de middeleeuwen had de Bijbeluitlegger Rashi grote invloed op de wijziging in verklaring van Jesaja 53. Deze rabbi leefde in Frankrijk en maakte in 1096 de Eerste Kruistocht mee. De kruisvaarders doodden in het Rheinland veel Joden op hun weg naar het heilige land. Ook werden in die tijd Joden gedwongen tot godsdienstgesprekken over het thema: Is Jezus van Nazareth de beloofde Messias? Rashi ging zijn lijdende volk bemoedigen en helpen om de christelijke claims te pareren: het Joodse volk werd als een lam ter slachting geleid. Rashi’s uitleg kreeg een officiële status en werkt door tot in onze tijd. Het is aangrijpend dat deze verandering een reactie was op de wrede daden van de christenen.

Zoals eerder opgemerkt, is de knecht soms gelijk te stellen met het volk, maar andere keren daarvan te onderscheiden. Dit gebeurt omdat de Messias de vertegenwoordiger van Zijn volk is. Net zoals de Israëlieten zonen van God genoemd worden (Deuteronomium 32:5-6,19), maar er slechts één in eigenlijke zin Zoon van God is. Net zoals de uitdrukking ”zaad/nageslacht van Abraham” betrekking kan hebben op alle Israëlieten (Genesis 15), maar ook alleen op Christus (Galaten 3:16).

De term ”knecht des Heeren” (enkelvoud) staat zo’n twintig keer in Jesaja 40-53. Vanaf Jesaja 54:17 komt ”knechten des Heeren” (meervoud) elf keer voor. Door het werk van de Knecht kan Israël voortaan aan zijn doel beantwoorden (42:6 en 49:6).

Voor christenen is Jesaja 53 essentieel. Daarbij is van belang dat wij de Messias blijven verbinden met Zijn volk Israël. De vele beloften vanaf Jesaja 54 beogen immers in de eerste plaats dit volk.

De auteur doceert Oude Testament aan de ETF in Leuven en de CHE in Ede en is eindredacteur Studiebijbel Oude Testament. In Weerwoord worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof. >>rd.nl/weerwoord

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer