Column: Thuis onderwijs
Nu ik deze column schrijf, is de school waar ik werk al ruim een week dicht. Als u dit leest al ruim twee weken. Iets onvoorstelbaars is ineens werkelijkheid geworden: de lokalen zijn leeg. Maar er kwamen inmiddels rijen leerlingen langs. In mijn gedachten.
Ik moest denken aan de jongen die niet naar school durfde, maar uiteindelijk toch vier uur per dag kwam. Nu mag dat niet meer. Zou hij het ooit weer gaan durven? Wanneer kunnen we weer oefenen? Moeten we dan weer opnieuw beginnen?
En aan het meisje dat wekenlang geen woord zei en eindelijk een beetje begon te praten. Zou ze dat thuis ook doen of is ze weer helemaal in zichzelf gekeerd?
Ik moest ook denken aan het meisje met haar vrolijke groet en lach bij wie het thuis spannend is en zeker niet gezellig. Hoe moet het nu ze niet meer haar ‘uitje’ naar school heeft? Of als er thuis iemand heel ziek wordt?
En aan de jongen met autisme die alleen op school kan leren, want zo zit dat nu eenmaal in zijn hoofd. En die op school vriendelijk is, maar thuis zo veel ruzie maakt. Zou hij al iets aan zijn huiswerk hebben gedaan? En hoe zou het nu met zijn zusjes gaan?
En aan het gezin waarvan vader een eigen bedrijf heeft, waardoor hij nauwelijks thuis is. En waar moeder nu het hele gezin –allemaal jongens die voor elkaar niet onderdoen– van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat moet runnen. Hoe houdt ze dat vol?
En aan al de gezinnen met kinderen die autisme hebben of onthecht zijn. Wat doet het wegvallen van de dagelijkse structuur met hen en met hun ouders?
En aan de vader die precies de balans had gevonden tussen werk en privé. Hij kon direct bijspringen als hij uit zijn werk kwam, omdat de kinderen dan ook precies uit school kwamen. Kan hij in deze tijd die balans ook nog vinden?
En aan onze eigen twee jongste kinderen, die in hun examenjaar zitten. Geen les meer, geen examenreis meer, geen ontmoetingen op school meer. Er werd hard gestudeerd uit de examenbundel. Tot de minister van Onderwijs gesproken had. Het boek werd zuchtend dichtgedaan. „Geen examens… dus dit hoeft óók al niet meer! Ik weet niet of ik moet juichen of moet janken.”
En aan de kleingelovige Petrus, die wegzonk in het water toen hij op de wind en de golven zag. Hij riep: „Heere, behoud mij!” En Jezus greep terstond zijn hand.