Het zijn niet alleen de goddelozen, maar ook de domme mensen die dagelijks alle creaturen zien en toch nog twijfelen aan het goddelijk wezen en Zijn voorzienigheid. Ze zien God niet met uiterlijke ogen. Want Zijn almacht blinkt immers ook klaar in al Zijn werken.Zie eens naar de hemel, de aarde en de zee. Wie zou zulke geweldige werken kunnen maken dan alleen Hij, Die almachtig is? Wie anders heeft die grote dieren als de olifant en de walvis kunnen maken dan de Almachtige? Zien we de kleine dieren als de mier, met welke behendigheid zij zich voortbewegen, dan zult u moeten bekennen dat hun Schepper almachtig is. Maar nog dieper zult u Zijn almacht moeten bekennen als u bedenkt dat God al deze creaturen uit niets heeft geschapen, zonder dat het Hem arbeid heeft gekost. Zijn wijsheid blijkt echter zo klaar in deze geschapen wereld. Alhoewel Zijn verstand ondoorgrondelijk is, heeft Hij ook zekere tijden bestemd. De zon en de maan hebben hun gezette tijden, de een overdag, de ander ’s nachts. De aarde heeft zijn seizoenen in lente, zomer, herfst en winter. De zee kent eb en vloed.

Nu zijn er ook nog sommige onheilige mensen, die menen dat al deze zaken lopen naar hun natuur, zonder Gods regering. O mens, toch kunnen deze creaturen hun gezette tijden niet houden of er moet een meester zijn die al deze dingen nog dagelijks geleidt.

G. Udemans, predikant te Zierikzee (Christelijke bedenkingen voor een gelovige ziel, 1643)